Werknemers van 45 tot 65 jaar willen gemiddeld tot een leeftijd van 64,5 jaar blijven werken. De helft van de werknemers in deze leeftijdsgroep geeft aan langer te willen doorwerken, als dat kan met minder uren of dagen per week. Dit blijkt uit cijfers van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) 2019, een onderzoek van CBS en TNO onder ruim 58.000 werknemers van 15 tot 75 jaar. Dit meldt het CBS.
In 2019 gingen werknemers gemiddeld met pensioen op een leeftijd van 65,1 jaar. Dat is iets ouder dan de leeftijd tot waarop werknemers van 45 tot 65 jaar zelf aangeven te willen doorwerken: gemiddeld 64,5 jaar in 2019. Een vrij grote groep geeft aan niet te weten tot welke leeftijd zij willen doorwerken. Dit komt meer voor onder 45- tot 55-jarigen (34 procent) dan onder 55- tot 65-jarigen (24 procent).
Minder uren of dagen per week
In 2019 gaf 77 procent van de werknemers van 45 tot 65 jaar aan dat zij eventueel tot een hogere leeftijd zouden willen doorwerken. De mogelijkheid om de loopbaan voort te zetten met minder uren of minder dagen per week is met afstand de meest genoemde omstandigheid waaronder zij langer zouden willen doorwerken (49 procent). Verder geeft 24 procent aan dat zij tot een hogere leeftijd zouden willen doorwerken wanneer stoppen financieel onaantrekkelijker zou worden, of wanneer zij lichter werk zouden kunnen doen.
Langer doorwerken bij arbeidsbelemmering
Van alle 45- tot 65-jarige werknemers wordt 21 procent in lichte mate en 5 procent in sterke mate belemmerd bij het uitvoeren van werkzaamheden. Beide groepen werknemers willen gemiddeld tot vrijwel dezelfde leeftijd doorwerken als werknemers zonder belemmering. Werknemers met een arbeidsbelemmering geven daarbij vaker aan dat zij bij een betere gezondheid of lichter werk langer zouden willen doorwerken. Bij andere omstandigheden, zoals nadelige financiële consequenties of een kortere werkweek, is het verschil tussen werknemers met en zonder belemmering minder groot.
Door: Nationale Onderwijsgids