Twee hoogleraren van de Universiteit Utrecht hebben binnen de Nederlandse wetenschap de hoogste onderscheiding gekregen die er te krijgen valt. Klimaatwetenschapper Detlef van Vuuren ontving de Spinozapremie. Bestuurskundige Paul ’t Hart kreeg de Stevinpremie uitgereikt. Daarnaast ontvangen beide winnaars 1.5 miljoen euro voor wetenschappelijk onderzoek. Dat meldt RTV Utrecht.
Voor zijn invloed op de kilmaatwetenschap kreeg Van Vuuren de Spinozapremie uitgereikt. Zijn onderzoek naar speelde een grote rol bij het Klimaatakkoord van Parijs, zo stelt de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO).
Invloed op de wetenschap
De NWO dankt ’t Hart voor zijn invloed op de wetenschap. Hij leidde duizenden ambtenaren op. “Positieve bestuurskunde komt ook uit ’t Hart zijn koker. Dat is onderzoek waarbij de goede dingen van de overheid centraal staan.”
“Dat de NWO mij op deze manier waardeert, ik ben er ontdaan van”, was de reactie van ’t Hart. Met het geld wil ’t Hart niet alleen iets teweegbrengen in de wetenschap, maar juist ook in de samenleving.
Andere hoogleraren
Niet alleen de hoogleraren van de Universiteit Utrecht vielen in de prijzen. Psychopatholoog Bernet Elzinga van de Universiteit Leiden en hoogleraar mens-robotinteractie David Abbink van de TU Delft staan ook op het lijstje.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk