De Inspectie van het Onderwijs zal een meerjarige monitor uitvoeren bij de invoering van de harde knip tussen bachelor- en masterfase in het universitaire onderwijs. De inspectie zal hierbij aan een aantal zaken speciale aandacht besteden, zoals het tijdig bekend maken van examenuitslagen, en de druk op het bachelorprogramma.
Dit is bekend geworden bij de presentatie van het rapport ‘Toelating tot de universitaire masteropleiding'.
Uit het inspectieonderzoek blijkt dat de toelatingseisen en -procedures voor de universitaire masteropleidingen over het algemeen transparant zijn. Voormalig minister Plasterk had dit als voorwaarde gesteld voor de invoering van de harde knip.
Het praktijkgedeelte van het onderzoek leverde een aantal zaken op die een succes van de harde knip in de weg kunnen staan. Zo zijn tentamenuitslagen niet altijd tijdig bekend, waardoor vertraging in de toegang tot de master kan optreden.
Het moet duidelijk zijn wie op welke gronden de beslissing over de toelating neemt. Van belang is ook wat de consequenties zijn voor het bachelorprogramma in zwaarte en flexibiliteit. Ook de uitval in de premaster, die door veel hbo-studenten wordt gevolgd ter voorbereiding van de universitaire master, is een punt van zorg.
De inspectie zal deze punten expliciet volgen in de monitor. Deze begint bij de invoering van de harde knip, naar verwachting in 2011.