Normal_hand-shaking-2025-02-03-09-52-56-utc

Het kabinet wil de concurrentie tussen universiteiten en hogescholen verminderen door hen wettelijk te verplichten tot samenwerking. Dit blijkt uit een recente brief van onderwijsminister Eppo Bruins aan de Tweede Kamer. De maatregel is bedoeld om beter om te gaan met dalende studentenaantallen en bezuinigingen in het onderwijs. Dit meldt de Algemene Onderwijsbond (AOb).

Minister Bruins wil voorkomen dat instellingen enkel populaire opleidingen aanbieden om studenten te trekken. In plaats daarvan moeten ze gezamenlijk het onderwijsaanbod afstemmen. Een wetswijziging moet ervoor zorgen dat universiteiten en hogescholen geen nieuwe opleidingen kunnen starten of bestaande kunnen schrappen zonder overleg met andere instellingen.
 
Hoewel er al sprake is van enige samenwerking binnen het hoger onderwijs, wil Bruins dit minder vrijblijvend maken. Hij benadrukt dat kleine en unieke opleidingen behouden moeten blijven als ze van maatschappelijk belang zijn. Tegelijkertijd moeten instellingen inspelen op economische en maatschappelijke behoeften.

Bezuinigingen en minder overheidsbemoeienis

Naast de verplichte samenwerking wil Bruins dat de overheid zich minder bemoeit met thema’s zoals werkdruk, diversiteit en sociale veiligheid binnen instellingen. Hij kondigt aan dat stimuleringsregelingen op deze gebieden geleidelijk worden afgebouwd. Daarnaast wil hij de financiering van het hoger onderwijs herzien, met meer focus op stabiliteit en samenwerking.
 
Een van de maatregelen die direct geld vrijmaakt, is een extra investering van 40 miljoen euro voor promovendi, postdocs en startende universitair docenten. Universiteiten mogen zelf bepalen hoe ze dit geld inzetten, zolang ze aantonen hoe dit bijdraagt aan betere carrièrekansen voor jonge onderzoekers. Voor de bestrijding van werkdruk komt er jaarlijks 25 miljoen euro extra beschikbaar tot 2028.

Kritiek op de plannen

De aangekondigde maatregelen roepen zowel steun als kritiek op. De Algemene Onderwijsbond (AOb) vreest dat opleidingen verdwijnen of worden samengevoegd, wat het onderwijsaanbod zou verschralen. Oppositiepartij D66 noemt de plannen vaag en betwijfelt of de minister daadwerkelijk de impact van de bezuinigingen erkent. Coalitiepartij VVD staat positiever tegenover het plan en benadrukt dat onderwijsinstellingen een rol moeten spelen in het oplossen van maatschappelijke tekorten, zoals in de zorg en techniek.
 
Universiteitenvereniging UNL verwelkomt de belofte om administratieve lasten te verminderen, maar wijst erop dat bezuinigingen van 500 miljoen euro instellingen dwingen om personeel te ontslaan en onderzoek te schrappen. De Vereniging Hogescholen ziet niets in een wettelijke verplichting tot samenwerking en pleit in plaats daarvan voor meer autonomie en uitbreiding van het aantal masteropleidingen.
 
Het is nog onduidelijk hoe Bruins zijn plannen precies wil uitvoeren. Veel details moeten nog worden uitgewerkt in overleg met het hoger onderwijs.
 
Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer