Uit cijfers van Eurostat blijkt dat Nederlandse baby's en peuters het minste bij hun ouders zijn van alle landen in Europa. Nog geen derde van de Nederlandse kinderen jonger dan drie jaar heeft altijd een ouder in de buurt. Ook blijken Nederlanders relatief weinig gebruik te maken van de kinderopvang. De kinderen zouden het meeste bij hun opa en oma zijn. Dit meldt Metro.
Eurostat, het statistisch bureau van de Europese Unie, zette cijfers op een rij over kinderen in Europa. Hieruit blijkt dat Nederland een uitzonderlijk land is, als het over jonge kinderen gaat. Nederlandse kinderen gaan vooral veel naar opa en oma, terwijl de helft van de Europese kinderen alleen zijn ouders als opvoeder hebben. In Bulgarije is tachtig procent van de baby's zelfs altijd bij een vader of moeder.
In Denemarken, Zweden en Slowakije gaan de baby's en peuters bijna allemaal langer dan dertig uur per week naar een vorm van professionele kinderopvang. In Nederland komt dit nauwelijks voor, blijkt uit het Europese rapport. Volgens het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) hebben vooral Nederlandse grootouders hun handen vol aan de kleinkinderen. Ouders zouden de kinderopvang te duur vinden, waardoor er vooral gebruik gemaakt wordt van de 'informele kinderopvang'. Bij zestig procent van de Nederlandse baby's en peuters komt opa of oma op vaste tijden langs.
© Nationale Onderwijsgids