Uit China geadopteerde kinderen doen het beter op school dan niet-geadopteerde kinderen; ze zitten op vijftienjarige leeftijd vaker op het vwo. Kinderen die na hun tweede verjaardag werden geadopteerd, hebben een lager onderwijsniveau dan kinderen die op jongere leeftijd werden geadopteerd. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), zo meldt het bureau.
Kinderen die uit China geadopteerd zijn doen het goed op school. Op vijftienjarige leeftijd zat 30 procent van hen op het vwo, tegenover21 procent van hun niet-geadopteerde leeftijdsgenoten. Ook Zuid-Koreaanse adoptiekinderen doen het goed op school. Kinderen die uit andere landen geadopteerd werden, hebben gemiddeld een lager onderwijsniveau dan niet-geadopteerde kinderen.
De vijftienjarige adoptiekinderen uit China zijn bijna uitsluitend meisjes; andere adoptiekinderen zijn relatief wat vaker jongens dan meisjes. Meisjes zouden gemiddeld genomen vaker een wat hoger onderwijsniveau hebben dan jongens. Dit zou deels het verschil tussen Chinese en andere adoptiekinderen verklaren. Geadopteerde kinderen wonen bovendien vaker in gezinnen met een hoger inkomen, wat in nog sterkere mate geldt voor adoptiekinderen uit China. In gezinnen met een hoger inkomen is mogelijk meer geld beschikbaar voor eventuele bijlessen en andere ondersteuning op het gebied van leren en school.
Kinderen die na hun tweede verjaardag werden geadopteerd, kwamen gemiddeld op een lager onderwijsniveau terecht dan kinderen die op jongere leeftijd werden geadopteerd. Vermoedelijk spelen taalachterstand en ongunstige levensomstandigheden in het land van herkomst hierbij een rol.
Bij kinderen uit andere adoptielanden is de achterstand in onderwijsniveau nog groter als zij na hun tweede levensjaar waren geadopteerd. Van hen ging 6 procent naar het vwo, tegen 9 procent van de kinderen die voor hun tweede jaar waren geadopteerd. Ook gingen kinderen die op latere leeftijd werden geadopteerd relatief vaker naar de basis- of kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo: bijna de helft, tegenover een derde van de kinderen die op jongere leeftijd waren geadopteerd.
© Nationale Onderwijsgids