In het Pedagogisch curriculum moet ruimte gemaakt worden voor aanbod (ruimte, houding pedagogisch medewerkers) en activiteiten, waarbij de benodigde ervaringen voor jonge kinderen de basis zijn. Dat blijkt uit de raadpleging voor het nieuwe curriculum door Stichting Bureau Kwaliteit Kinderopvang (BKK). Bijna alle gevraagden kozen ervoor om ook iets te zeggen over afwijkende kindontwikkeling. Dat meldt BKK.
De stichting werkt in overleg met en in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan de totstandkoming van een curriculum voor de kinderopvang. In 2017 moet het curriculum klaar zijn. De voorbereidende fase was tot de zomer. In deze fase is het veld geconsulteerd, zoals academici, experts en aanbieders van kinderopvang.
In juli en augustus heeft BKK een uitgebreide raadpleging gedaan voor de verdere operationalisering. 220 mensen hebben in deze fase hun mening gegeven. 40 deelnemers via regiogesprekken en 180 deelnemers via een online peiling.
Uit deze fase blijkt dat een grote meerderheid kiest voor de inrichting van het curriculum volgens de ontwikkelingsthema's. Ook werd gewezen op een holistische benadering. De meeste mensen gaven aan dat elke voorziening zich minimaal moet herkennen in het Pedagogisch curriculum. Wat betreft het onderwijs is de ambitie hoger, daar geeft ongeveer de helft van de deelnemers aan dat het richting moet geven. Wat betreft ouders zou het curriculum aanleiding tot communicatie moeten geven. De meerderheid gaf tot slot aan dat elke voorziening zou moeten meelezen. Wat betreft het onderwijs en de IKC’s geeft ongeveer een derde aan dat deze voorzieningen ook zouden moeten meeschrijven.
De stichting zit nu in de producerende periode, deze duurt tot eind december.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
