Normal_mbo_eten

Mbo-opgeleiden hebben in hun werk en privé contact met zowel lager- als hogeropgeleiden. In hun opvattingen lijken ze echter meer op lageropgeleiden, bijvoorbeeld als het gaat over het functioneren van de politiek of over concrete politieke kwesties. Maar ze geven wel aan meer grip te hebben op de eigen toekomst en zijn positiever over de bijdragen van verschillende culturen aan onze samenleving dan lageropgeleiden. Dat blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). 

Met hogeropgeleiden verschillen de mbo'ers in opvattingen over bijvoorbeeld de openheid van de Nederlandse samenleving, het aantal op te vangen vluchtelingen en immigranten en de mate waarin burgers moeten meebeslissen over belangrijke politieke kwesties. Mbo-opgeleiden definiëren zichzelf niet graag op basis van hun opleiding, maar zien zichzelf wel als nuttige ‘doeners’ in de organisatie. Een deelnemer (en dus Mbo-opgeleide) aan de focusgroep van de SCP in Zwolle zegt bijvoorbeeld: “Misschien stoot ik wel heel veel mensen voor het hoofd, maar mbo’ers zijn vaak de doeners en hbo’ers de denkers. Ik ben van mening dat je met doen sneller verder komt dan met denken.”

Als ze het hebben over hogeropgeleiden denken ze vooral aan hbo’ers. Ze ervaren ook concurrentie met hbo’ers op de arbeidsmarkt en zien verdringing, maar geven ook aan dat hbo’ers vaker onder hun niveau moeten werken. Overigens ontbreekt het mbo-opgeleiden zeker niet aan een gevoel voor eigenwaarde.

Mensen die vinden dat de overheid te weinig doet voor ‘mensen zoals ik’ refereren nogal eens aan hun positie als middengroep, zo blijkt uit de toelichtingen op hun keuze bij deze stelling. Behalve Mbo-opgeleiden beschrijven ook mensen met een hbo-achtergrond zichzelf vaak als middengroep. Het beeld leeft dat ‘de gewone, hardwerkende mens’ tussen wal en schip raakt, aldus SCP.

© Nationale Onderwijsgids