In Den Haag en Rotterdam gaan meer leerlingen van school zonder diploma dan in de rest van Nederland. Hoewel ook in deze steden de schooluitval daalt, verliet in 2014 nog steeds 3 procent van de leerlingen het onderwijs zonder startkwalificatie. Landelijk lag het gemiddelde dat jaar op 1,8 procent. Dit blijkt uit een nieuw overzicht van onderzoeksbureau Local Focus, zo meldt Algemeen Dagblad.
Landelijk laat het aantal voortijdig schoolverlaters ook in 2015 een daling zien. In 2014 stond de teller nog op 25.622 jongeren, een jaar later is dat teruggelopen naar 24.451 jongeren zonder diploma. Vooral in het mbo wordt vooruitgang geboekt. De uitval daalde daar met 5 procent, zo maakte minister Bussemaker van Onderwijs eerdere deze week bekend. De onderwijsminister is zeer te spreken over de behaalde resultaten: “Een groot compliment aan scholen, wethouders en leerplichtambtenaren."
Ook in de vier grote steden Utrecht, Rotterdam, Amsterdam en Den Haag is een forse daling zichtbaar van het aantal jongeren dat zonder diploma van school gaat. Ook hier is Den Haag echter de laatste in de rij. Daar verliet 10 procent minder jongeren het onderwijs zonder startkwalificatie tegen 25 procent in Utrecht. Rotterdam behaalde een daling van 14 procent en Amsterdam 11 procent.
Gisteren vond in heel Nederland de Dag van de Leerplicht plaats. Met diverse activiteiten besteedden scholen en gemeenten aandacht aan het recht op onderwijs met als doel de schooluitval verder terug te dringen. De leerplichtdag werd voor het eerste georganiseerd in Rotterdam, ruim tien jaar geleden, en wordt sindsdien elke derde dinsdag van maart gehouden. Volgens de leerplichtwet moeten kinderen en jongeren van 5 tot 16 jaar naar school, daarna geldt de kwalificatieplicht. Jongeren moeten tot hun 18e naar school tot ze een startkwalificatie hebben. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of mbo2-diploma.
© Nationale Onderwijsgids
