
In het schooljaar 2023-2024 verlieten ruim 22.000 mbo-studenten voortijdig hun opleiding. Hoewel een deel van hen snel werk vindt, blijkt uit onderzoek dat deze jongeren vaak een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt hebben. Ze verdienen minder, werken vaker met tijdelijke contracten en hebben een grotere kans op werkloosheid dan mbo-afgestudeerden. Dit meldt de Volkskrant.
Dat komt naar voren uit een onderzoek van Regioplan, uitgevoerd in opdracht van Ingrado, de branchevereniging van leerplichtambtenaren. Het onderzoek combineert cijfers van het CBS met literatuuronderzoek en diepte-interviews met elf jongeren die hun mbo-opleiding voortijdig afbraken.
Niet alleen financiële redenen
Uit het onderzoek blijkt dat jongeren hun opleiding niet uitsluitend verlaten vanwege financiële motieven. Vaker spelen persoonlijke omstandigheden een rol, zoals teleurstelling over de opleiding, gebrek aan steun vanuit school of gedragsproblemen. Ook emotionele factoren, zoals relatieproblemen of mentale druk, kunnen meespelen in de beslissing om te stoppen.
Volgens de onderzoekers is er meestal sprake van een combinatie van factoren. Jongeren blijken op die leeftijd nog niet altijd het overzicht of het besef te hebben waarom een diploma essentieel is voor hun toekomst. Dat gebrek aan perspectief kan ervoor zorgen dat tijdelijke problemen leiden tot het definitief beëindigen van hun opleiding.
Grote gevolgen op de arbeidsmarkt
De gevolgen van voortijdige uitval zijn aanzienlijk. Uit de geanalyseerde cijfers blijkt dat jongeren zonder startkwalificatie bijna twee keer zo vaak werkloos zijn als hun leeftijdsgenoten met een mbo-diploma. Ook zijn zij vaker afhankelijk van flexibele contracten en ontvangen zij een lager uurloon. Deze jongeren hebben daarmee minder zekerheid en op lange termijn minder doorgroeimogelijkheden.
Een persoonlijke ervaring: Dylano Roos
De Nijmeegse Dylano Roos is een van de jongeren die hun opleiding vroegtijdig verlieten. Door pestervaringen en moeite met het tempo van het reguliere onderwijs belandde hij uiteindelijk in het speciaal onderwijs. Zijn oorspronkelijke droom om het leger in te gaan kon hij niet meer waarmaken.
Toen hij vervolgens een mbo-opleiding in de logistiek begon, ontbrak de motivatie. Hij brak zijn opleiding af en begon via een stage – geregeld via zijn moeder – met werken. Het gevoel van waardering en het ontvangen van een salaris gaven hem destijds voldoende motivatie om school los te laten.
Later merkte hij echter dat hij met een tijdelijk contract weinig zekerheid had, zeker toen hij door stress zijn baan verloor. Ook zag hij dat zijn loon aanzienlijk lager was dan dat van collega’s met een diploma – het verschil kon oplopen tot enkele honderden euro’s per maand. Hierdoor groeide het besef dat een diploma belangrijk is.
Uiteindelijk volgde Roos een bbl-traject via het ROC in Nijmegen, waarin hij één dag per week naar school ging en daarnaast werkte. Hoewel hij het als stressvol ervoer, wist hij zijn niveau 1-diploma in de logistiek te behalen. Inmiddels werkt hij via praktijkleren aan niveau 2, gedreven door de wens om te laten zien dat hij het kan.
Beleidsmaatregelen in gang gezet
Om het aantal voortijdige schoolverlaters te verminderen, is in 2023 een actieplan opgezet onder voormalig onderwijsminister Robbert Dijkgraaf. Hierin is onder meer afgesproken dat scholen proactiever moeten reageren bij verzuim en dat het eenvoudiger moet worden om via een werkgever alsnog een opleiding af te ronden. Het budget hiervoor stijgt volgend jaar van 50 naar 90 miljoen euro.
Voor jongeren tot 18 jaar geldt de kwalificatieplicht: zij moeten ten minste een mbo-2-diploma behalen. Toch laat het rapport zien dat meer dan de helft van de jongeren die uitvallen, niet binnen een paar jaar terugkeert naar het onderwijs. Tegelijkertijd haalt een aanzienlijk deel uiteindelijk alsnog een diploma: binnen tien jaar keert 45 procent van de vrouwen en 42 procent van de mannen terug om alsnog hun mbo af te ronden.
Toekomstplannen en dromen
Hoewel Roos op dit moment werkloos is, onderzoekt hij verschillende opties, waaronder een baan in de logistiek of in de schoonmaak bij het Radboudumc. Zijn toekomstplannen reiken verder dan werk alleen. Hij spaart voor een reis naar Berlijn en droomt ervan om samen met zijn broer – die binnenkort zelf een mbo-opleiding start – later in een eigen villa te wonen. Zijn broer heeft de ambitie om een eigen bedrijf op te zetten. Samen hopen ze daarmee een stabiele toekomst op te bouwen.Door: Nationale Onderwijsgids / Fleur Zomer