Uit de financiële update blijkt dat op verschillende onderdelen van het mbo-budget minder is uitgegeven dan verwacht. Zo is er bij het Regionaal Investeringsfonds, dat in 2027 wordt stopgezet, minder gebruik gemaakt van beschikbare middelen. Deze onderbesteding levert een meevaller op van zo’n 18 miljoen euro.

Moeizame benutting van subsidies

Ook de subsidie die bedoeld is om de doorstroom tussen vmbo, mbo en hbo te verbeteren, blijft onderbenut. Sinds de invoering door minister Dijkgraaf in 2022 hebben scholen moeite om de regeling te vinden. In 2023 werd slechts 10 van de beschikbare 50 miljoen euro gebruikt. Hoewel het budget voor 2025 al was verlaagd naar 35 miljoen euro, blijkt er nog steeds een onderbesteding van circa 20 miljoen euro.

Extra inzet op taal, rekenen en burgerschap

De vrijgekomen middelen worden deels ingezet voor het verbeteren van basisvaardigheden. Voor de komende twee studiejaren komt er meer dan 45 miljoen euro beschikbaar om studenten beter te ondersteunen op het gebied van taal, rekenen en burgerschap.

Bezuinigingen op komst

Tegelijkertijd is het mbo niet ontkomen aan bezuinigingen. Zo wordt de bekostiging voor mbo-scholen vanaf volgend jaar met 20 miljoen euro per jaar verlaagd. Daarnaast wil het ministerie vanaf 2030 20 miljoen euro per jaar besparen op de subsidieregeling praktijkleren, die nu nog jaarlijks 270 miljoen bedraagt.

Volgens de MBO Raad komt daar nog een extra bezuiniging bij van ongeveer 35 miljoen euro door een aanpassing in de prijscorrectie. Alles bij elkaar opgeteld betekent dit volgens de belangenorganisatie een structurele korting van 59 miljoen euro per jaar op het mbo.

Voorzitter Adnan Tekin noemt het beleid onsamenhangend en waarschuwt voor de gevolgen. Volgens hem ondermijnen de maatregelen de kwaliteit van het mbo-onderwijs en daarmee de toekomst van Nederland.