Kennis van de Nederlandse taal is belangrijk om mee te kunnen doen in de samenleving. Het vergroot de kansen om werk te vinden. Daarom is vanaf 1 januari 2016 de Participatiewet uitgebreid met de taaleis. Dit betekent dat alle mensen die recht hebben op een bijstandsuitkering Nederlands moeten kunnen spreken, lezen en schrijven op 1F-niveau. Dat is het niveau na 8 jaar basisonderwijs in Nederland. Dat meldt gemeente Utrecht.
Voor mensen die voor 1 januari 2016 al een uitkering ontvangen gaat de wet later in, op 1 juli 2016. Net als de andere gemeenten heeft Utrecht beleid ontwikkeld om de taaleis te kunnen gaan uitvoeren. In Utrecht laten de bijstandsgerechtigden zelf zien of zij het gevraagde taalniveau hebben, dat kan via de Eigen Verklaring, een document dat de gemeente verstrekt. Blijkt de bijstandsgerechtigde later, tijdens de ontmoeting met de werkmatcher, het Nederlands onvoldoende te beheersen, dan gaat degene een taaltoets maken. Hierin wordt het taalniveau bepaald. Is het taalniveau onvoldoende, dan moet dat verbeterd worden. Dat kan op verschillende manieren, via een cursus, online via websites of bij taalinformatiepunten in de bibliotheek.
© Nationale Onderwijsgids