Van het geld dat de scholen van de rijksoverheid voor onderwijs ontvangen, mag volgens het ministerie niet meer vijf procent in een spaarpot gestopt worden. Dat zou voldoende moeten zijn om reëel denkbare financiële risico's af te kunnen dekken.

Kopwerk, met 25 scholen in de Kop van Noord-Holland en West-Friesland, had eind 2010 een spaartegoed van bijna 3 miljoen euro. Sarkon, met 19 scholen in de Kop, had ruim 3 miljoen en Meerwerf, met elf scholen in Den Helder, had zelfs een reserve van 4,6 miljoen.

Hans van der Vlies, woordvoerder van de Onderwijsinspectie, stelt dat het geld bedoeld is voor het onderwijsproces. "Dingen die de leerlingen ten goede komen. Bijvoorbeeld een vakleerkracht voor gymnastiekonderwijs. Schoolbesturen mogen beargumenteerd afwijken van de norm."

Gert Jan Veeter, bestuursvoorzitter van Sarkon, vindt de reserves terecht. "De inspectie heeft een enge blik op het onderwijs", aldus Veeter, die stelt dat de voorgaande jaren met verlies zijn afgesloten vanwege gedane investeringen en daarmee de buffers verdedigt. "Bovendien moeten we allerlei risico's afdekken, waar de Rijksoverheid geen geld voor beschikbaar stelt."

© Nationale Onderwijsgids / Ype van Woersem