Meertaligheid neemt een steeds belangrijkere plek in op onze scholen. Van meertalige kinderen van migranten tot vreemdetalenonderwijs voor Engels. Ook minderheidstalen zoals Fries verdienen een plek in de klas. Om docenten te helpen met deze meertaligheid in hun klaslokaal gaat over 3 jaar het multididactische programma VirtuLApp (Virtual Language App) van start. Linguïsten, onderwijskundigen en technici uit Nederland, België, Spanje en Ierland werken samen aan een Toolkit voor docenten en een app voor leerlingen. Dit meldt Nuffic.
NOG
VirtuLApp moet docenten helpen met meertaligheid in de klas
-Binnen het project zijn minderheidstalen zoals Baskisch, Fries en Iers-Gaelisch vertegenwoordigd. De coördinatie van het internationale project ligt bij de Fryske Akademy. Het project wordt gefinancierd vanuit het Erasmus+ programma.
Sprekers van minderheids- en migrantentalen moeten vaak opboksen tegen de nationale, en soms vreemde talen voor een gelijkwaardige positie in het curriculum. Het partnerschap wil met VirtuLApp docenten handvatten geven om al deze talen een plek te geven in de les.
Marlous Visser, onderzoeker aan de Fryske Akademy: "Naast de regionale streektalen hebben we door de komst van migranten ook te maken gekregen met meerdere talen in de klaslokalen, denk aan Pools en Arabisch. Wat als je bijvoorbeeld twee Poolse kinderen in de klas hebt. Mogen die dan bij het maken van opdrachten hun eigen taal gebruiken?” Jongere leerlingen kunnen leren tellen in andere talen, oudere kinderen kunnen talen zoals Engels of Pools vergelijken met het Nederlands.
De Toolkit voor docenten bestaat uit video’s van best practices uit klaslokalen uit de verschillende landen, die als voorbeeld kunnen dienen. De app voor leerlingen is een game, die ze kunnen inzetten om talen te gebruiken bij het doen van opdrachten in de klas. Ook komt er nog een interactieve quiz over meertaligheid.
De partners van het consortium kennen elkaar onder andere van eerdere Erasmus+ projecten. Afgelopen oktober vond de kick-off plaats en de verwachting is dat in het begin van volgend jaar een netwerk opgezet wordt van scholen die willen meedoen.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids