Koning Willem-Alexander bezocht de slotconferentie van Baas van Morgen om kennis te nemen van het werk van JINC, een non-profitorganisatie die strijdt tegen kansenongelijkheid onder jongeren. Dit is nodig, want wie geboren wordt een wijk met veel werkloosheid, heeft in Nederland minder kans om ver te komen – hoe slim hij of zij ook is.

 

Een van de projecten van JINC is Baas van Morgen: op deze dag nemen ruim 200 kinderen die opgroeien in wijken met sociaaleconomische achterstand de stoel over van ceo’s, directeuren en politici. Zij ervaren dan hoe het is om de leiding te hebben en doen een waardevol contact op voor later. Aan het einde van de ‘werkdag’ verzamelen de bazen zich bij het hoofdkantoor van ABN AMRO in Amsterdam. Naast Baas van Morgen organiseert JINC overigens het hele jaar door projecten die jongeren voorbereiden op een goede start op de arbeidsmarkt.

 

Wat deze vijfde editie van JINC Baas van Morgen extra bijzonder maakt, is dat koning Willem-Alexander de conferentie bijwoont. Voorafgaand daaraan spreekt hij met de jonge en volwassen bazen, die hem vertellen over hun ervaringen van de dag. Ook gaat hij aan tafel met enkele betrokkenen bij JINC: medewerkers en vrijwilligers uit het bedrijfsleven en begeleiders van scholen.

 

Daniel Roos, directeur van JINC, is uiteraard blij met het hoge bezoek. “JINC gelooft dat elk kind een eerlijke start verdient, en we doen elke dag ons uiterste best om dat waar te maken. Dat koning Willem-Alexander nu naar de conferentie van Baas van Morgen komt, voelt als steun voor onze strijd tegen kansenongelijkheid. Voor de jonge deelnemers is het erg waardevol om gezien en gehoord te worden door iemand als hij.”