Leerlingen in achterstandswijken hebben het veel moeilijker dan schoolgaande kinderen in reguliere wijken, blijkt uit onderzoek onder leraren in opdracht van onder meer het Jeugdeducatiefonds. Van bijna driehonderd ondervraagde leerkrachten signaleert 93 procent problemen met deze kinderen, terwijl dit in reguliere wijken 59 procent is.
Van de leraren geeft 87 procent aan dat de kinderen in achterstandswijken een taalachterstand hebben. In gewone wijken is dat 23 procent. Ook hebben deze leerlingen vaker concentratieproblemen: 72 procent versus 57 procent.
Veel van de ondervraagde leraren vinden dat de kinderen op deze scholen geen gelijke kansen hebben, doordat er voor veel van hen sprake is van een complexe thuissituatie. Vaak zijn hun ouders de Nederlandse taal niet voldoende machtig, is er vaker sprake van een gebroken gezinssituatie, hebben de gezinnen het financieel moeilijk en zitten ze in een sociaal isolement.
Jeugdeducatiefonds
Volgens het Jeugdeducatiefonds is er een duidelijke rol voor de politiek om de problematiek aan te pakken.
Het Jeugdeducatiefonds is een organisatie die op aanvraag van leraren of schoolleiders financiële hulp biedt aan kinderen uit gezinnen met een minimuminkomen. Het gaat hierbij om huishoudens die niet in staat zijn om extra kosten of noodzakelijk geachte ondersteuning zelf te bekostigen waardoor kinderen op een lager niveau blijven steken.
Het fonds wordt mogelijk gemaakt met steun van een handvol stichtingen, particulieren en het ministerie van van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Door: ANP