Onderwijsinstellingen die veel geld op de plank hebben liggen, moeten dat geld gaan besteden aan onderwijs. "De reserves nemen opnieuw toe, vaak tot een grotere hoogte dan nodig is", concludeert de Inspectie van het Onderwijs.
De inspectie kijkt jaarlijks naar de financiële situatie in het onderwijs. De gemiddelde school houdt elk jaar meer geld over dan vooraf was berekend. De meeste basisscholen en middelbare scholen hebben daardoor te veel eigen vermogen opgebouwd met geld dat niet aan onderwijs is uitgegeven. In november heeft de inspectie de betrokken scholen daarop aangesproken en ze opgeroepen het spaargeld in te zetten.
Volgens de inspectie hebben de onderwijsinstellingen in totaal 1,44 miljard euro aan "mogelijk bovenmatig eigen vermogen". Het gaat niet om al het geld dat ze op de rekening hebben staan. "Je hebt altijd reserveringen nodig om te voorkomen dat je in financiële problemen komt", aldus een woordvoerder van de onderwijsinspectie. Maar de toezichthouder ziet dat scholen meer geld hebben gespaard dan nodig is om klappen op te vangen.
Primair onderwijs
Het grootste deel daarvan ligt bij het primair onderwijs. Ongeveer 590 basisschoolbesturen hebben bij elkaar zo'n 906 miljoen euro op de plank liggen. Verder zijn er 145 organisaties in het voortgezet onderwijs met te veel spaargeld, in totaal 288 miljoen euro. Zo'n 133 samenwerkingsverbanden voor passend onderwijs hebben bij elkaar nog 175 miljoen euro achter de hand, aldus de inspectie.
Het is aan schoolbesturen om te bepalen waar ze het geld aan uitgeven. "Ze kunnen het aanwenden om leraren te helpen met afstandsonderwijs in coronatijden. Of dat alle leerlingen een iPad hebben om onderwijs te volgen. Ze kunnen het gebruiken om hogere salarisgroepen open te stellen, zodat het onderwijs aantrekkelijker blijft. Als het maar doelmatig en rechtmatig is."
Door: ANP