Sinds kort beschikt het Nationaal Onderwijsmuseum over een Wetenschappelijke Raad van Advies. Met deze Raad verstevigt het museum zijn positie als kennisinstituut en haalt het de banden met de universitaire wereld verder aan. Dat meldt het Nationaal Onderwijsmuseum.
Al jaren vormt de unieke collectie van het Nationaal Onderwijsmuseum voor veel wetenschappers, journalisten en onderzoekers een waardevolle bron van kennis over heden en verleden van het onderwijs. Om deze functie van kennisinstituut te borgen en verder te ontwikkelen, beschikt het Nationaal Onderwijsmuseum sinds kort over een Wetenschappelijke Raad van Advies.
Banden met universitaire wereld
De Wetenschappelijke Raad van Advies van het Onderwijsmuseum bestaat uit prof. dr. Hilda Amsing, dr. John Exalto, prof. em. dr. Sjoerd Karsten, dr. Sarah van Ruyskensvelde en dr. Tina van der Vlies. Met deze Raad verstevigt het museum niet alleen zijn positie als kennisinstituut, maar haalt het ook haar banden met de universitaire wereld verder aan. De leden van de Raad hebben invloed op de inhoudelijke koers van het museum, zijn kritische gesprekspartner én ambassadeur van het museum. Het museum heeft prof. dr. Hilda Amsing bereid gevonden als voorzitter van de Wetenschappelijke Raad op te treden.
Wetenschap met praktijk verbinden
Het doel van de Wetenschappelijke Raad van Advies is om de wetenschap met de praktijk van het museum te verbinden. De leden van de Raad leveren wetenschappelijke input op het gebied van pedagogiek, onderwijshistorie en jeugdcultuur en denken mee over de koers en activiteiten van het museum. En natuurlijk geven zij gevraagd en ongevraagd advies over relevante ontwikkelingen en nieuwe initiatieven.
Door: Nationale Onderwijsgids
Beeld: Nationaal Onderwijsmuseum