Sinds 1 januari dit jaar geldt een ministerbezoldiging van 178 duizend euro, inclusief pensioenbijdrage en onkostenvergoeding, per jaar. Uit de jaarrekeningen van 2013 blijkt echter dat de voorzitters van de MBO-raad, de Vereniging Hogescholen en de VSNU momenteel meer verdienen dan 178 duizend euro. Reden hiervoor is dat de semi-publieke sector pas sinds 1 januari aan de maximale beloningsgrens van de WNT dient te houden. De werkgeverskoepels zijn publiek gefinancierde organisaties (hetzij indirect) en dus vallen ze sinds 1 januari onder de WNT, aldus de AOb, maar er geldt een overgangstermijn voor lopende contracten. 

 

De voorzitters van de VSNU, MBO-Raad en de Vereniging Hogescholen hebben alle drie een lopend contract. Uit de jaarrekeningen van 2013 blijkt dat Karl Dittrich van de VSNU ongeveer 217 duizend euro per jaar verdient, Jan van Zijl van de MBO-raad komt uit op een bedrag van 194.257 en Thom de Graaf van de Vereniging Hogescholen zit net iets hoger. Wanneer de contracten van de voorzitters verlopen, zullen de werkgeverskoepels zich gaan houden aan de nieuwe WNT-grens, aldus woordvoerders. 

 

Voor schoolbestuurders in het primair onderwijs, voorgezet onderwijs, het mbo en het hbo golden in 2013 lagere beloningsgrenzen, aldus de AOb. Volgens een woordvoerder van het ministerie van onderwijs gelden deze grenzen echter niet voor de werkgeverskoepels. De AOb constateert dan ook dat de voorzitters van de werkgeverskoepels van het primair en voortgezet onderwijs (de PO-raad en de VO-raad) meer verdienden dan de gestelde beloningsgrens in 2013. Simone Walvisch van de PO-raad verdiende ruim 186 duizend euro (grens schoolbestuurders PO was 164.551) en interim directeur van de VO-raad Joop Vlaanderen verdiende in een maand tijd bijna 23 duizend euro (grens schoolbestuurders VO was 182.948 per jaar).