Leerkrachten in het voortgezet onderwijs (VO) hebben het gevoel dat er veel te weinig tijd is om hun taken goed uit te voeren. Dat blijkt uit recent onderzoek van Effectory, uitgevoerd onder voortgezet onderwijs instellingen in de eerste helft van schooljaar 2014-2015 in Nederland. De docenten beoordelen de mate waarin zij tijd hebben om goed werk te leveren gemiddeld met een 4,7. Dit meldt Effectory.
“Deze onvoldoende staat rechtstreeks in verband met de hoge werkdruk in de sector”, vertelt Timon Visser, consultant bij Effectory gespecialiseerd in medewerkersonderzoek bij onderwijsinstellingen. “Het percentage docenten dat zijn werkdruk niet goed vindt is binnen het voortgezet onderwijs meer dan de helft, 52 procent. Dat is erg hoog. De onderwijsbranche als geheel scoort iets beter, al is het verschil minimaal. In andere sectoren is gemiddeld 35 procent van de medewerkers ontevreden over de werkdruk, een veel lager percentage. Hieruit blijkt dat dit echt een specifiek probleem in het onderwijs is.”
Volgens Visser heeft het twee redenen dat docenten in het voortgezet onderwijs hun werkdruk hoog zouden vinden. In de eerste plaats zou er veel administratieve last zijn. Visser zegt dat vaak niet de leerling, maar de regelgeving centraal staat. Daarbij zouden er veel kwaliteitseisen zijn waar aan moet worden voldaan, wat leerkrachten als een zware druk zouden ervaren. Daarnaast zouden docenten het gevoel hebben dat zij hun eigen tijd niet in kunnen delen. Zo krijgen ze taken opgelegd en er wordt op een systematische manier gesproken over urennormen en taakverdeling. Hierdoor zouden docenten ervaren dat ze weinig controle hebben, wat extra druk geeft.
Visser benadrukt dat het belangrijk is om het probleem niet te negeren. “Bij organisaties die tijdgebrek en werkdruk bespreekbaar maken zien we hoe verlichtend dit werkt. Ook als het probleem niet meteen opgelost kan worden, verbetert het emotionele welzijn van medewerkers enorm als zij zich opgemerkt en gesteund voelen”, aldus Visser.
© Nationale Onderwijsgids
De foto straalt wanhoop uit van een docent scheikunde van rond de 60 jaar. Hoofd tegen het bord, gebalde vuist, rug naar de klas. Het advies is, ga nooit met de rug naar de klas staan, in de houding van deze docent die moeite gedaan heeft om nog enige wijsheid van scheikunde bij te brengen, JE KRIJGT EEN ZAK OUD BROOD IN JE NEK GEGOOID.
Ik ben ook gestopt met lesgeven bij ROC A12 in EDE Een leerling schiet op mij als docent en dan gaat de doofpotcultuur in werking. Na ziektewet krijg je dan een WAO uitkering, school is niet verzekerd, dan mag je het zelf uitzoeken.Met mij nog 30.000 docenten tussen de 50-65 jaar. Ik wens de minister een goede tour langs de leraren opleidingen.
Hoezo werkdruk hoog door regelgeving, de leerling staat niet centraal schrijft u. De minister merkt laatst op dat de beroepstrots onder leraren laag is zelf de notatie krijgt van overleven. Als bij de docent de remleidingen van de auto worden doorgeknipt heb je een probleem van overleven als je naar huis rijd. Als met de jaarwisseling weer de nodige scholen afbranden is er structueel iets fout.
Het is niet alleen een kwestie van gevoel, het is een kwestie van harde cijfers. In de rest van Europa geeft een leraar gemiddeld 20 lessen per week (hier minstens 25) aan minder verschillende klassen die ook nog eens veel minder vol zitten. Ik ben met lesgeven gestopt omdat ik mijn werk niet goed kon doen in de tijd die ervoor stond. En vele andere ex-leraren met mij, denk ik.