(ANP) - Leerkrachten van basisscholen die stoppen met in hun ogen overbodige administratie en daardoor mogelijk in de problemen komen met het schoolbestuur, kunnen rekenen op de steun van staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs. Hij zegt dit zondagavond in het tv-programma De Monitor (KRO-NCRV), bevestigt een woordvoerder van zijn ministerie.
Steeds meer leerkrachten in het basisonderwijs vinden dat het met de drukte op hun werk de spuigaten uitloopt. Inmiddels noemt ruim de helft (56 procent) de werkdruk niet acceptabel. Dat is een stuk meer dan in 2012, toen dat nog 41 procent was. Dat blijkt uit representatief onderzoek onder 861 leerkrachten in het basisonderwijs door onafhankelijk onderzoeksbureau DUO Onderwijsonderzoek samen met De Monitor.
Veel genoemde oorzaken van de hoge werkdruk zijn de leerlingen in een klas die extra aandacht nodig hebben, de administratieve rompslomp en de grote klassen. Als wordt gekeken naar alle werknemers in Nederland dan vindt 'maar' 15 procent de werkdruk niet acceptabel. Volgens het onderzoek zijn onder de leraren in het basisonderwijs ook de werkgerelateerde gezondheidsklachten toegenomen.
Staatssecretaris Dekker erkent dat roofbouw wordt gepleegd op leerkrachten in het basisonderwijs. Meer geld is volgens hem echter niet de oplossing, maar de leerkrachten zouden gewoon minder administratief werk moeten doen. Dekker herhaalt in het programma nog eens dat volgens hem bij leraren ten onrechte de indruk is ontstaan dat op scholen een uitgebreide administratie moet worden bijgehouden omdat de inspectie en het ministerie dat willen. "Ik denk dat we daar in het verleden onvoldoende helder over zijn geweest.''
Mijn indruk is dat in het voortgezet onderwijs minstens even veel roofbouw op werknemers (met name leraren) wordt gepleegd. De recente rechtszaak van wiskundedocent Denise Hupkens tegen haar werkgever ondersteunt dit beeld. Ik denk dat leraren in alle onderwijs (en werknemers in het algemeen) niet (veel) meer moeten doen dan waarvoor ze ingehuurd zijn.