Bij de uitvoering van het Nationaal Programma Onderwijs moet er meer aandacht zijn voor het herstellen en versterken van de pedagogische relatie tussen leerling en leraar. Dit staat in de tweede adviesbrief van het Platform Perspectief Jongeren. Dat meldt het NJi.
Scholen moeten meer tijd en ruimte krijgen om de pedagogische relatie tussen leerling en leraar te herstellen en verder te versterken. Dat is nodig om de leermotivatie en het welbevinden van kinderen en jongeren te bevorderen. Dat schrijft het Platform Perspectief Jongeren (PPJ) in zijn tweede adviesbrief over de implementatie en effecten van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) aan onderwijsminister Dennis Wiersma. Meer aandacht voor de pedagogische relatie zorgt ervoor dat het NPO effectiever wordt, stelt het PPJ.
Leermotivatie
De relatie tussen leerling en leraar is door de coronacrisis over de gehele breedte van het onderwijs sterk onder druk komen te staan. Grote groepen leerlingen hebben nauwelijks meer motivatie voor school. Het PPJ acht het herstel van die relatie nodig om zowel de leermotivatie als de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren te bevorderen. Daarbij zouden elkaar zien, tijd, aandacht, discussie en vertrouwen centraal moeten staan. Het is volgens het platform belangrijk dat leraren de ruimte nemen om met hun leerlingen in gesprek te zijn en te werken aan een sterke basis.
NPO
Het PPJ ziet dat een deel van de NPO-interventies positief bijdraagt aan de kwaliteitsontwikkeling in scholen. Tegelijkertijd versterkt dit interventiedenken een maakbaarheidsgedachte die niet aansluit bij de werkelijkheid op scholen. Het probleem van kansenongelijkheid wordt door het NPO nog onvoldoende verminderd, stelt het PPJ. Het is inmiddels overduidelijk dat veel en vooral kwetsbare kinderen hard zijn geraakt door de coronacrisis en de sluiting van onderwijsinstellingen. De oorzaken van kansenongelijkheid liggen vaak dieper, bijvoorbeeld in de thuissituatie, armoede of jeugdzorg.
Door: Nationale Onderwijsgids