Wat hebben Ciske de Rat en Kees de Jongen met elkaar gemeen? Deze 2 Amsterdamse romans tonen de kracht van Amsterdams onderwijs en leraren in de stad. Ook u kunt hier deel van uitmaken. Dat meldt de gemeente Amsterdam.
Onderwijs was vroeger vooral voor rijke kinderen, maar door de jaren heen werd het onderwijs steeds toegankelijker en diverser. Het belang van goed onderwijs werd ingezien. En zo werd het ook beschreven in Amsterdamse romans.
Rijke ouders
Vroeger konden alleen kinderen van rijke ouders naar school. Dit veranderde toen de gemeente in de 18e eeuw de stadsarmenscholen oprichtte. Deze scholen waren bedoeld om kinderen te leren over godsdienst en goede manieren, en alle kinderen waren er welkom. De scholen kregen geld van de gemeente en er werden geldinzamelingen gehouden aan huis.
Vernieuwing van het onderwijs
Een vereniging genaamd ‘Maatschappij tot Nut van 't Algemeen’ speelde een grote rol in het vernieuwen van het onderwijs in de stad. De vereniging stelde voor om klassikaal onderwijs in te voeren en de gezondheid van leerlingen te controleren. Ook vond de vereniging dat godsdienstlessen door kerken gegeven moesten worden, niet door de scholen zelf. Het stadsbestuur volgde veel van deze adviezen op.
Gratis onderwijs
In de loop van de jaren veranderde er veel. Scholen voor arme kinderen werden uiteindelijk openbare scholen, waar kinderen gratis onderwijs kregen. De gemeente ondersteunde deze scholen steeds meer en er kwamen regels om te zorgen dat alle kinderen naar school konden. In de 19e eeuw richtte de gemeente middelbare scholen op. Die waren erg populair. Deze scholen bereidden kinderen voor op universitair onderwijs of op banen in de handel en industrie. En er kwamen scholen voor kinderen die extra hulp nodig hadden, zoals kinderen met spraakproblemen.
Onderwijzer worden
Misschien wel het bekendste Amsterdamse jongetje, Kees Bakels uit de roman Kees de Jongen, had een ambitieuze droom: hij wilde onderwijzer worden. Hij zat op de Gemeentelijke Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen aan de Prinsengracht, een school waar de toekomstige leraren van Amsterdam werden opgeleid. Ondanks dat de familie van Kees weinig geld had, bleef Kees vasthouden aan de hoop om anderen te helpen en te onderwijzen. De school en onderwijs lopen dan ook als een rode draad door het boek.
De kweekschool speelde een belangrijke rol in het Amsterdamse onderwijs, door kansen te bieden aan studenten uit alle sociale klassen. Ook aan arme kindjes, zoals Kees. De kweekschool stond symbool voor het belang van toegankelijk onderwijs en hoe dit alle Amsterdammers de kans geeft om hun leven en dat van anderen te verbeteren.
De schrijver van Kees de Jongen was Theo Thijssen. Die was zelf ook onderwijzer en pleitte voor meer waardering voor docenten. Hij vond dat het klaslokaal een warm nest moest zijn waar leerlingen konden schuilen zonder rekening te hoeven houden met de ‘bemoeizuchtige buitenwereld’. De nieuwe lichting leraren van de Amsterdamse pabo wordt vandaag de dag opgeleid in het Theo Thijssenhuis aan de Wibautstraat. En zijn standbeeld op de Brouwersgracht toont Thijssen zittend op een tafel waaraan zijn leerling Kees de Jongen werkt. Een mooi eerbetoon aan deze ‘oeronderwijzer’.
Meester Bruis
Dat warme nest, waar Thijssen het over heeft, speelt ook een rol in de driedelige boekenreeks Ciske van Piet Bakker. In het eerste boek, Ciske de Rat, maakt de lezer kennis met de jonge Ciske Vrijmoeth, een ‘onhandelbaar joch’ dat opgroeit in een moeilijk gezin in Amsterdam. Ciskes leven verandert wanneer hij op school meester Bruis ontmoet, een leraar die het belang van empathie en persoonlijke aandacht begrijpt. Ciske, vaak in de problemen, vindt in meester Bruis niet alleen een leraar maar ook een mentor en vriend. Het spreekwoordelijke warme nest van Thijssen.
Meester Bruis is een voorbeeld van hoe leraren een diepe impact op hun leerlingen kunnen hebben. Wanneer Ciske uit frustratie en onbegrip een medeleerling ernstig verwondt, is het meester Bruis die hem niet opgeeft. In plaats daarvan helpt hij Ciske de gevolgen van zijn acties te begrijpen en moedigt hij hem aan het beter te doen.
De relatie tussen Ciske en meester Bruis weerspiegelt een nog steeds relevante kwestie in het Amsterdamse onderwijs. In een tijd waar onderwijs vaak onder druk staat door lerarentekorten en grote klassen, delft individuele aandacht voor studenten soms het onderspit. Maar elke student heeft een mentor nodig, iemand die de tijd neemt om te begrijpen en te ondersteunen.
Levens van kinderen veranderen
In Amsterdam willen ze alle kinderen de mogelijkheid bieden zich volledig te ontwikkelen, ongeacht hun achtergrond. Onderwijs legt hiervoor de basis en heeft de kracht om de levens van kinderen te veranderen. Denk aan de impact die een leraar zoals meester Bruis kan hebben, of de kansen die een school zoals de kweekschool kan bieden. De verhalen van Ciske en Kees laten ons zien hoe waardevol goed onderwijs is.
Voor meer informatie of ziet u het al zitten om in Amsterdam aan de slag te gaan? Kijk dan op deze website.
Door: Nationale Onderwijsgids