De omstandigheden waar kinderen zonder verblijfstatus in opgroeien zijn vaak moeilijk, zo blijkt uit een onderzoek van het lectoraat Innovatieve Maatschappelijke Dienstverlening van de Hogeschool Utrecht. De kinderen kampen vaak met psychische druk, wonen met maar één ouder in een te klein huis en groeien op in relatieve armoede. Dit meldt RTV Utrecht.
Het lectoraat interviewde voor het onderzoek 29 kinderen, met en zonder asielverleden, in de leeftijd tussen 6 en 19 jaar. Daaruit kwam naar voren dat de kinderen vaak opgroeien met alleen een moeder, want de vaders zijn vaak afwezig. Daarnaast geven de kinderen aan dat er te weinig geld is om schoeisel, sportkleding of schoolspullen te betalen. De kinderen groeien op zonder lid te kunnen zijn van een sportclub, zonder fiets of zonder computer met internetaansluiting.
Ook bleek uit het onderzoek dat de gezinnen vaak in een te kleine ruimte wonen. Meerdere gezinsleden moeten in één bed slapen, of de vloer van de woonkamer moet worden gebruikt als bed. Veel van de kinderen geven aan een ‘plekje voor zichzelf’ te missen. Ook verhuizen de kinderen vaak en dit ervaren ze als een last.
De geheimen die de kinderen meedragen en het niet weten wie ze kunnen vertrouwen zorgen voor grote psychische druk. Kinderen gaven aan dat ze niet durven te vertellen op school dat ze geen verblijfsvergunning hebben. Ook vrezen velen opgepakt te worden door de politie. Zorgen over de toekomst drukken ook op de gemoedstoestand van de kinderen. Ze denken dat het krijgen van een stageplaats of baan niet mogelijk is voor hen.
De onderzoekers adviseren de gemeenten waarin de jongeren wonen om extra fondsen beschikbaar te stellen aan de scholen waar deze kinderen onderwijs volgen. Ook kunnen de gemeenten de gezinnen beter informeren over hun rechten. Betere communicatie over de mogelijkheden tot ondersteuning, zoals de toegang tot medische zorg, zou de situatie ook verbeteren.
© Nationale Onderwijsgids