(Novum) - Een dag proefstuderen heeft nauwelijks effect op het terugdringen van van de hoge uitvalcijfers onder studenten. Eerstejaars blijven in de meeste gevallen bij hun eerste keuze, ook als ze daarvoor een negatief advies kregen. Dat schrijft de Volkskrant dinsdag op basis van een eerste evaluatie van de Universiteit Utrecht.
Dit jaar moeten aankomende studenten voor de eerste keer een zogeheten studiekeuzecheck doen om te kijken of ze de juiste opleiding hebben gekozen. Het ministerie van Onderwijs wil zo de hoge uitvalcijfers terugdringen en hoopt dat mensen een bewustere studiekeuze maken.
De Universiteit Utrecht had vorig jaar als eerste al het verplichte proefstuderen ingevoerd. Alle studenten moesten vooraf een college bijwonen en een toets maken. Na een halfjaar was 13,8 procent afgevallen, terwijl een jaar eerder 14,7 procent de handdoek in de ring had geworpen. Een reden van het geringe effect is dat maar weinig studenten nog van gedachten veranderen als ze eenmaal een studie hebben gekozen.
De universiteit zegt desondanks toch enigszins positief te zijn. "Op een studie als geowetenschappen is het aantal uitvallers met wel vijftien procent verminderd", zegt matchingdecaan Theo Wubbels in de krant.
De verschillen tussen de studiekeuzechecks op de universiteiten en hogescholen zijn overigens groot. Zo krijgen studenten op de Universiteit van Amsterdam een verplichte onderwijsweek, met huiswerk, colleges en een afsluitende toets voor de kiezen. Andere scholen houden het bij een gesprek of een vragenlijst.