Sinds een paar jaar bestaan er enkele beroepsgeoriënteerde masters. Het gaat echter om slechts een handjevol opleidingen. “Ze worden door de universiteiten bewust klein gehouden”, zegt Terpstra. “Ik snap dat wel, want hoe meer van deze hbo-masters er zijn, hoe minder mensen naar de universiteiten gaan. Terwijl universiteiten selectiever zouden moeten zijn”. Volgens Terpstra heeft het hbo zeer onterecht een inferieur imago ten opzichte van het academisch onderwijs. “Als een kind op twaalfjarige leeftijd naar het vwo gaat, dan weet je al bijna zeker dat hij of zij twaalf jaar later een universitair diploma op zak heeft. Als hij of zij naar het hbo zou willen, wordt dat als minderwaardig gezien”.

Dat moet veranderen vindt Terpstra. Niet alle jongeren die op zoek zijn naar meer verdieping in hun opleiding, zijn ook geschikt voor wetenschappelijk onderwijs. “Ik heb tien jaar in het hoger onderwijs gewerkt en deze verspilling van talent ging me steeds meer opvallen”. De masteropleidingen in het hbo kunnen prima bestaan naast de universitaire masters, meent hij. “Je hebt het toegepaste praktijkgerichte onderzoek op het hbo en het fundamentele, wetenschappelijke onderzoek op de universiteit. Zo wordt er geen talent en geld verspild met studenten die op de verkeerde plek terechtkomen”, aldus Terpstra.

© Nationale Onderwijsgids