1,4 miljoen werkenden (15 tot 65 jaar) hebben een technische opleiding. Van deze technisch opgeleiden heeft 60 procent ook een technisch beroep. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) onderzoek gedaan naar de arbeidsdeelname van technisch geschoolden. Dat meldt het CBS.
Het CBS heeft onderzocht hoeveel personen een technische opleiding hebben en hoeveel technici daadwerkelijk een technisch beroep hebben. Van de 11 miljoen 15- tot 65-jarigen (2014) hebben 1,8 miljoen een technische opleiding. Bijna negen op de tien technici zijn mannen. Volgens het CBS zijn technici relatief oud en hoog opgeleid. 1,4 miljoen technici hebben betaald werk. Van hen heeft ongeveer 60 procent een technisch beroep. De meest voorkomende beroepen zijn software- of applicatieontwikkelaar, bouwarbeider ruwbouw en machinemonteur.
Daarnaast zijn ook veel technisch geschoolden (586 duizend) werkzaam in niet-technische beroepen. Relatief veel laag- en middelbaaropgeleide technici zijn vrachtwagen- of buschauffeur, winkelverkoper, of ongeschoold arbeider op het gebied van vervoer en opslag zoals lader, losser en schappenvuller. Hoogopgeleide technici die niet in de techniek werken hebben relatief vaak een specialistische functie op het gebied van administratie (bijvoorbeeld bedrijfsanalist of specialist personeelszaken) of een leidinggevende functie in de industrie of op het gebied van marketing.
Net zoals niet alle technisch opgeleiden een technisch beroep hebben, worden ook niet alle technische banen ingevuld door personen met een technische opleiding. In 2014 waren er 1,5 miljoen 15- tot 65-jarigen werkzaam in een technisch beroep. Van hen heeft ruim de helft een technische opleiding genoten. De resultaten van dit onderzoek worden door het Platform Bètatechniek gebruikt in de Monitor Techniekpact.
© Nationale Onderwijsgids