(ANP) - In het hoger en wetenschappelijk onderwijs is het declaratiegedrag van bestuurders niet transparant genoeg. Dat blijkt uit een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs. Minister Jet Bussemaker (Onderwijs) scherpt daarom de regels aan, schrijft ze woensdag in een brief aan de Tweede Kamer.
Aanleiding voor het werk van de Inspectie was een bericht vorig jaar van RTL Nieuws, dat verscheidene bestuurders declaratieregels hadden omzeild. De Inspectie onderzocht de declaraties van bestuurders van 18 wetenschappelijke en 36 hogere onderwijsinstellingen in 2013 en 2014. Ze gaan verschillend om met de declaratievoorschriften en er is een grote variatie aan totaalbedragen die worden gedeclareerd, aldus het rapport. Het is niet mogelijk voor de Inspectie om vast te stellen of de regels voor declaraties goed zijn toegepast. Namen van instellingen worden niet genoemd.
Zes hbo-instellingen vermeldden de declaraties niet specifiek in het jaarverslag van 2013. In het jaar daarop deden vier daarvan het nog niet. De redenen hiervoor verschillen per instelling. Ze beloven het in 2015 wel op te nemen in het jaarverslag.
In totaal werd in beide jaren door de bestuurders voor iets meer dan 3 miljoen euro gedeclareerd. Maar dat is niet het volledige bedrag. Naar schatting heeft de helft van de instellingen kosten die rechtstreeks door de universiteit of hbo werden betaald niet opgenomen in de jaarverslagen. De declaraties variëren per bestuurder sterk. In het wetenschappelijk onderwijs loopt het uiteen van 100 euro tot 72.000 euro. In het hbo strekt het zich uit van 0 tot zelfs 91.000 euro. Verder troffen accountants ook fouten aan in de naleving van de declaratievoorschriften. Het betreft zeven wo- en zeven hbo-instellingen. In elf gevallen gaat de Inspectie onderzoeken of er sprake is van onrechtmatige besteding van overheidsgeld.
Bussemaker heeft met het wo en hbo afgesproken dat ze gaan "werken aan uniforme, duidelijke en concrete definities en voorschriften als het gaat over regels voor declaraties en bestuurskosten en de verantwoording daarover". De Inspectie gaat over twee jaar het declaratiegedrag opnieuw onderzoeken.