Tweede Kamerleden reageren verdeeld op het plan van Thom de Graaf, voorzitter van de Vereniging Hogescholen, om havisten en mbo'ers meer tijd te geven voordat ze naar het hbo overstappen. Over het algemeen vinden ze het een sympatiek idee om de hoge uitval in het hbo te verminderen, maar vrezen ze dat het niet gaat helpen. Dat meldt het Punt.Avans.
De Graaf opperde onlangs om het havo een jaar langer te laten duren en het mbo een halfjaar via een schakelklas. “Ik ben niet perse voor of tegen dit voorstel’, zegt Kamerlid Pieter Duisenberg van regeringspartij VVD. ‘Maar er zitten wel haken en ogen aan. We zouden dan ingrijpen in het hele stelsel, dus dan zouden we ook iets wijzigen voor de leerlingen voor wie vijf jaar havo een uitstekend aanbod is, en die heel goed naar het hbo kunnen.”
Collega Paul van Meenen van D66 ziet meer voorbereidingstijd wel zitten. Wat hem betreft krijgt iedere scholier zes jaar voortgezet onderwijs, dus ook de vmbo'ers. Op die manier kunnen zij bijvoorbeeld enkele vakken op een hoger niveau doen. Over de hoge uitval van studenten in het hbo zegt hij: “De Vereniging Hogescholen suggereert dat alle problemen al vóór het hbo moeten worden opgelost. Dat is het afschuiven van het probleem naar het voortgezet onderwijs.”
De SP heeft bij monde van Kamerlid Jasper van Dijk zijn bedenkingen. “Ik pleit liever voor kleinere klassen, meer tijd voor docenten om lessen voor te bereiden. Ook dat heeft te maken met de uitval op het hoger onderwijs”, aldus Van Dijk.
© Nationale Onderwijsgids