Een numerus fixusstudie maakt twee op de vijf scholieren aan het twijfelen over hun kwaliteiten. In een aantal gevallen leidt dit tot faalangst. Meisjes hebben hier twee keer zo vaak last van als jongens. Daardoor sluiten zij zichzelf mogelijk onterecht uit voor deze studies (zelfselectie). Voor zogeheten numerus fixusstudies melden zich te veel potentiële studenten aan. Onderwijsinstellingen moeten daardoor een selectie maken van welke eerstejaars zij wel en niet toelaten. Dit meldt Qompas.
Qompas, gespecialiseerd in loopbaanontwikkeling en onderzoek, vroeg voor dit onderzoek bijna 900 scholieren (havo/vwo) naar hun visie op de numerus fixus.
Fixusstudies
De helft van de scholieren (48 procent) denkt dat fixusstudies moeilijker zijn dan andere studies, maar een numerus fixus zegt niets over het niveau van een opleiding. Nog eens de helft van de scholieren (51 procent) ervaart een drempel om zich in te schrijven voor een fixusstudie. Dit alles maakt dat 80 procent van de scholieren zichzelf kritisch onder de loep neemt voordat ze zich aanmelden. Deze vorm van ‘zelfselectie’ is nadelig voor meisjes omdat zij vaker aan zichzelf twijfelen dan jongens.
Kansenongelijkheidd
Uit diverse onderzoeken blijkt dat de huidige selectieprocedure, die bestaat uit een mix van toetsen, gesprekken en cijfergemiddelden, leidt tot kansenongelijkheid. Zo kunnen kinderen met rijke ouders zich beter voorbereiden. Daarom heeft het ministerie van OCW besloten ook loting vanaf 2023 weer toe te staan.
Twijfel
Het is echter de vraag of de zelfselectie daarmee ook verdwijnt. De onzekerheid over een te moeilijke studie en twijfel over de eigen capaciteiten maakt dat geschikte, maar onzekere scholieren zich mogelijk onterecht niet aanmelden.
Door: Nationale Onderwijsgids