In de Tweede Kamer is donderdag gestemd over diverse moties over de kinderopvang. De motie van de PvdA D66 en GroenLinks over het wegnemen van belemmeringen voor samenwerking opvang-onderwijs is aangenomen. De Kamer verzoekt het kabinet om binnen een halfjaar met concrete voorstellen te komen over wat er nodig is om hot mogelijk te maken dat kinderopvang en onderwijs kunnen worden aangeboden vanuit één organisatie, zoals een integraal kindcentrum. Dat meldt Brancheorganisatie Kinderopvang.
De Kamer wil ook dat (on)mogelijkheden voor wettelijke verankering van kindcentra onderzocht worden. Minister Asscher van Sociale Zaken gaf eerder in het debat al aan dat hij bereid is te kijken wat er nodig is om samenwerking tussen opvang en onderwijs van onderaf beter mogelijk te maken. De minister benadrukt dat hierbij de inhoud centraal staat en niet de vorm.
De motie van SP, GroenLinks en D66 om kinderopvang voor de werkende ouder en zieke ouder onder de toeslag te brengen werd verworpen. Ouders in deze situatie blijven dus aangewezen op een tegemoetkoming via de gemeente. De gemeente bepaalt wie voor een eventuele tegemoetkoming voor de kinderopvang op sociaal-medische indicatie in aanmerking komt. Hierdoor kan er sprake zijn van verschillen tussen gemeenten in de toegankelijkheid en de hoogte van de tegemoetkoming. Er is hiervoor een landelijk budget van 28 miljoen euro via het Gemeentefonds beschikbaar.
Kamerleden stellen dat deze groep ouders benadeeld worden door het huidige systeem. Asscher heeft laten weten vooralsnog vast te houden aan de bestaande situatie. Wel gaat Asscher kinderopvang op sociaal-medische indicatie onder de aandacht van gemeenten brengen. Ook gaat hij de financiële toegankelijkheid in 2016 onderzoeken. Alleen als blijkt dat deze groep burgers geen of onvoldoende toegang heeft tot opvang, wil de minister de wetgeving veranderen.
© Nationale Onderwijsgids
