De zorgverzekeraars en zorgaanbieders zitten niet op een lijn als het gaat om de taakverdeling van wijkverpleegkundigen op mbo- en hbo-niveau. Door een tekort aan hbo-verpleegkundigen dreigen steeds meer taken te worden uitgevoerd door mbo-geschoold zorgpersoneel. Dit meldt de Volkskrant.
Een van die taken betreft het indiceren. Tot 1 januari werd de zorgindicatie geregeld door het onafhankelijke Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Een veel gehoorde klacht was dat het indiceren via het CIZ veel bureaucratische rompslomp opleverde. Sinds dit jaar is er een nieuwe wet, die bepaalt dat wijkverpleegkundigen zelf vooraf van elke cliënt moeten inschatten welke hulp nodig is. Omdat dit een relatief complexe inschatting is, moet de indicering door hogeropgeleide verpleegkundigen worden gedaan. Door een tekort van zo'n 1.100 hbo-wijkverpleegkundigen laten zorgaanbieders de indicatie in sommige gevallen toch over aan mbo-verpleegkundigen.
De beroepsvereniging Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN) en de zorgaanbieders hebben een overgangsregeling afgesproken waarin staat dat ook mbo'ers onder bepaalde voorwaarden de verpleegkundige zorg in de wijk mogen indiceren. Het gaat dan om mbo-verpleegkundigen met minstens vijf jaar werkervaring die al zijn begonnen aan een hbo-opleiding. Het overkoepelende Zorgverzekeraars Nederland gaat echter niet akkoord met de overgangsregeling. 'De beroepsvereniging van verpleegkundigen heeft nota bene zelf bepaald dat de taak van indiceren competenties op hbo-niveau vereist', zegt een woordvoerder. 'Dan kun je die eis niet zomaar laten varen.'
Francis Bolle van de V&VN vindt het zelf ook geen ideale situatie. 'Maar als er niet genoeg personeel is, moet je zoeken naar pragmatische oplossingen. Het alternatief is dat er lange wachtlijsten ontstaan voor het toewijzen van zorg in de wijk.' Ruim 300 duizend mensen krijgen thuis verpleging en persoonlijke verzorging. Die moeten vanwege de nieuwe wet voor 1 mei opnieuw worden geïndiceerd.
© Nationale Onderwijsgids