Docenten in het mbo die zich blijven ontwikkelen, samenwerken met collega's en daarbij steun krijgen van een een stimulerende leidinggevende, zijn beter in staat om met toekomstige veranderingen of problemen om te gaan. Ook leveren ze daarmee een belangrijke bijdrage aan de flexibiliteit van een school. Dat blijkt uit onderzoek van Arnoud Oude Groote Beverborg die vandaag promoveert aan de Universiteit Twente. Dit meldt het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).
Werken in multidisciplinaire teams is volgens Oude Groote Beverborg essentieel voor de blijvende ontwikkeling van docenten. Door met elkaar te overleggen en te reflecteren op de samenwerking, ontstaan weer nieuwe ideeën, zegt de onderzoeker. Zo geven docenten zelf actief en steeds weer opnieuw betekenis aan hun werk wat hen vervolgens ook het vertrouwen geeft dat zij toekomstige problemen kunnen oplossen. Dit vertrouwen is belangrijk omdat in het mbo de laatste jaren veel is veranderd en dat vraagt veel van de docenten.
Een andere belangrijke voorwaarde opdat docenten blijven leren is de steun van een leidinggevende. Deze leidinggevende moet de docenten op individueel kunnen steunen en ook intellectueel uitdagen. Zowel docenten als leidinggevenden hebben hier baat bij omdat ze elkaar inspireren in het streven naar een gemeenschappelijk doel, zegt Oude Groote Beverborg.
© Nationale Onderwijsgids