Voorzitter Ton Heerts van de MBO Raad is blij met de conclusies die de onderwijsinspectie trekt over het mbo in de Staat van het Onderwijs die vandaag werd gepresenteerd. Volgens Heerts blijkt daaruit dat mbo-scholen in Nederland op de goede weg zitten. Er blijft nog genoeg te doen, vervolgt Heerts, en maar het rapport van de inspectie biedt voldoende aanknopingspunten om het mbo nog verder te verbeteren. Dit meldt de MBO Raad.
De Onderwijsinspectie hecht waarde aan het mbo als de onderwijssector die een belangrijke rol speelt in het terugdringen van kansenongelijkheid in Nederland. De inspectie noemt de verbeterde examinering en het terugdringen van het aantal voortijdig schoolverlaters als voorbeelden waarin het mbo bijdraagt aan het verbeteren van kansen. Ook is de inspectie te spreken over het stijgend aantal leerlingen dat een diploma haalt op mbo-4 niveau en de goede intake-procedures van scholen waardoor leerlingen vaker op het voor hen juiste niveau worden geplaatst.
Volgens de inspectie laat het onlangs gesloten bestuursakkoord tussen kabinet en de sector zien dat het mbo heldere ambities heeft. Zo wil het mbo werken aan meer diffentiëren en meer maatwerk bieden aan studenten die vragen om meer uitdaging. Ook richt het mbo zich specifiek op het om- en bijscholen van volwassenen om de aansluiting met de arbeidsmarkt toekomstbestendig en duurzaam te maken.
Daarnaast is het volgens Heerts ook belangrijk om vooruit te kijken en in te spelen op bijvoorbeeld dalende leerlingenaantallen door krimp in de regio. "De sleutel tot succes ligt ook hier in het zelf-organiserend vermogen van de sector", aldus Heerts op de website van de MBO Raad.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids