Hölzken is van mening dat het gebruik van lachgas gereguleerd moet worden, want hoe je het ook wendt of keert: de drug wordt hoe dan ook gebruikt. “Hier binnen kun je toezicht houden, voorlichting geven en veroorzaakt het ook geen rotzooi of overlast. Zie het als een moderne coffeeshop.” Op de toonbank van de winkel vinden bezoekers folders, maar kunnen ze ook vitamine B12 kopen. Een vitamine B12-tekort kan namelijk ontstaan bij grootgebruikers.

 

Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid gaat uitzoeken of een lachgasverbod haalbaar is, maar in de tussentijd nemen sommige gemeenten het heft in eigen handen. Amsterdam wil een lachgaskoeriersdienst tegengaan en in Leudal en Brunssum zijn Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV’s) opgesteld om lachgasgebruik op straat te verbieden.

 

Echter, een winkel kan met deze maatregelen gewoon blijven voortbestaan. Het is dan ook niet het doel van Hölzken om onrust te stoken. Hij wil dat juist tegengaan. Hij hoopt het gebruik te kunnen concentreren, zodat hangplekken minder populair worden. 

 

Uit onderzoek van het Trimbos Instituut bleek dat lachgasgebruik onder mbo- en hbo-studenten van 16 tot en met 18 jaar tussen 2015 en 2017 was toegenomen: 29 procent gebruikte in 2017 weleens lachgas, tegen 20 procent in 2015. De partydrug kent nog steeds een stijgende populariteit.