Meisjes volgen vaker dan jongens een mbo-opleiding op het hoogste niveau. Ongeveer de helft van de meisjes doet een opleiding in de sector zorg en welzijn. Meisjes stromen binnen het mbo vaker dan jongens door naar een hoger niveau. Daarentegen gaan zij minder vaak dan jongens door op het hbo na het behalen van het mbo-4-diploma. Dit blijkt uit de meest recente onderwijscijfers van het CBS.
NOG
Doorstroom mbo naar hbo afgenomen, meer jongens dan meisjes naar hbo
-Meisjes doen vaker dan jongens een mbo-opleiding op het hoogste niveau (mbo-4). De helft van de meisjes volgde een opleiding in de sector zorg en welzijn, bijvoorbeeld een opleiding tot verzorgende. Jongens kozen vooral voor opleidingen in de sector techniek (41 procent) of economie (38 procent).
Jongeren tot 25 jaar stapelen veel binnen het mbo. Meisjes doen dit wat vaker dan jongens. Ook als ze met een mbo-2 of -3-diploma al een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt hebben behaald, gaan veel mbo’ers door naar een mbo-opleiding van een hoger niveau. Na het behalen van een diploma op het tweede mbo-niveau tijdens het studiejaar 2017/2018, stroomde 64 procent van de meisjes tegenover 52 procent van de jongens door naar een hoger niveau.
De doorstroom naar het hbo van mbo-4-gediplomeerden is in de loop der jaren gedaald van 44 procent (22 duizend) in 2010 tot 39 procent (23 duizend) in 2018. 41,1 procent van de jongens stroomde door naar het hbo tegen 37,1 procent van de meisjes. Meisjes stroomden vaker dan jongens uit het (bekostigd) onderwijs (59,2 procent versus 55,3) na het behalen van het mbo-4-diploma.
Op 1 oktober van het studiejaar 2017/2018 volgden ongeveer 436 duizend jongeren tot 25 jaar een opleiding in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). In het hbo stonden tegelijkertijd iets meer dan 344 duizend studenten ingeschreven. In het wetenschappelijk onderwijs waren dat er bijna 220 duizend.
Door: Nationale Onderwijsgids