Met een training in actieve betrokkenheid lukt het professionele begeleiders om emoties te delen met mensen die doofblind zijn. De training heeft bovendien als opmerkelijk resultaat dat doofblinde mensen op den duur minder negatieve emoties tonen en meer positieve emoties ervaren. De training zou hierdoor mogelijk probleemgedrag bij doofblinden kunnen voorkomen. Dat concludeert onderzoekster Marga Mertens in haar promotieonderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).
Mensen met aangeboren doofblindheid hebben moeite met het begrijpen van en begrepen worden door andere mensen doordat ze vanaf het begin van hun leven niet of niet goed kunnen horen en zien. Het opbouwen van een prettig contact met anderen is lastig en de communicatie komt niet spontaan op gang. Mensen met doofblindheid doen daarom gemakkelijk negatieve ervaringen op, van waaruit negatieve emoties ontstaan.
Marga Mertens werkt sinds 1986 als consulent doofblindheid bij Kentalis. Deze organisatie is gespecialiseerd in diagnostiek, zorg en onderwijs voor mensen met beperkingen in het communiceren. Mede met financiering van Kentalis ontwikkelde Mertens tijdens haar onderzoek aan de RUG een training voor professionals die werken met doofblinden. Uit haar onderzoek blijkt dat het met de training lukt om in diverse situaties emoties te delen met doofblinden en zo hun algehele welbevinden te verbeteren.
In de training leerden de begeleiders hoe zij via de tast emoties konden bevestigen bij doofblinde mensen. In de loop van de training bleek dit een positief effect te hebben op de gemoedstoestand van de dooflblinde cliënten. Zij lieten minder negatieve emoties zien en tegelijkertijd ontstonden tijdens het contact meer positieve gevoelens. Dit gebeurde ook bij de personen met doofblindheid die een verstandelijke beperking hebben. De training kan dus het welzijn van doofblinde mensen verbeteren en preventief werken bij gedragsproblemen.
© Nationale Onderwijsgids