De meeste schoolteams hebben hun plannen om de werkdruk aan te pakken met succes kunnen uitvoeren. Die verlichting is voor een belangrijk deel te danken aan de inzet van onderwijsondersteuners en vakleerkrachten. Dat meldt de PO-Raad die een en ander heeft laten onderzoeken door DUO Onderwijsonderzoek.
Om de werkdruk omlaag te krijgen, sloten PO-Raad en vakbonden met minister Arie Slob van Onderwijs in februari 2018 het Werkdrukakkoord. De schoolteams kregen een rol in de aanpak van hun eigen werkdruk. Met het akkoord kwam het afgelopen schooljaar 237 miljoen euro extra beschikbaar, ofwel 155 euro per leerling. De scholen bekeken zelf wat ze daar precies mee wilden doen.
Ruim acht op de tien schoolbesturen zeggen dat hun schoolteam zijn plannen heeft kunnen waarmaken. Het werkdrukgeld is voornamelijk besteed aan extra handen in de klas: onderwijsassistenten, leraren en vakleerkrachten voor bijvoorbeeld bewegingsonderwijs. In vakleerkrachten is bovendien iets meer geïnvesteerd dan de besturen vorig jaar hadden verwacht. Daarnaast zetten de teams ook in op ict om de leraren te ontlasten. Die houden weer meer tijd over voor het geven van onderwijs.
Meer schoolbesturen zien in dat werkdrukaanpak werkt. Waar vorig jaar zo’n 80 procent hier positief tegenover stond, denkt nu 90 procent dat de middelen zoden aan de dijk zetten. De praktijk heeft uitgewezen dat de middelen meer effect hadden dan ze vooraf vermoedden, stelt de PO-raad.
Door: ANP