Minister Arie Slob "degradeert het beroep leraar" door scholen toe te staan om mensen zonder lesbevoegdheid voor klassen te zetten, vindt de Algemene Onderwijsbond (AOb). Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs) gaf vorige week toestemming om in de vier grote steden en Almere bij wijze van experiment "andere professionals" dan docenten een aantal lesuren te laten invullen. Het is een noodplan tegen het lerarentekort.
Het idee is dat mensen uit andere sectoren hun creatieve, sociale of digitale vaardigheden kunnen overbrengen aan schoolkinderen. Ze mogen geen Nederlands, rekenen, wiskunde of gymles geven, daarvoor moeten altijd vakbekwame leraren worden ingezet. Ook het aantal uren is beperkt: maximaal 22 uur per maand. Dat komt neer op een schooldag per week.
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere mogen hiermee gaan experimenteren. De AOb ziet het absoluut niet zitten en vreest dat de onderwijskwaliteit achteruit zal gaan. Ook waarschuwt de bond dat het echte probleem - het lerarentekort - naar de achtergrond verdwijnt. "De noodzaak van een duurzame oplossing voor het lerarentekort wordt hierdoor minder, waardoor het echte probleem groter wordt", schrijft AOb-voorzitter Eugenie Stolk aan de Tweede Kamer.
De AOb zegt overvallen te zijn door het besluit en vindt de timing ook vreemd. "In deze tijd van coronacrisis en lerarentekort is meer dan eerder duidelijk geworden hoe belangrijk het beroep van leraar is. Het is dan ook zeer verwonderlijk dat de minister komt met een beleidsregel die eigenlijk zegt: dat beroep kan ook heel goed worden uitgeoefend door iemand die daar nooit voor geleerd heeft", schrijft de AOb-voorzitter.
Door: ANP