DEN HAAG (Novum) - Iraanse studenten worden in Nederland nog altijd geweerd van opleidingen waar ze kennis over kernenergie kunnen opdoen. De Hoge Raad bepaalde in december dat het weigeren van Iraanse studenten neerkomt op discriminatie en dus niet mag, maar de regeling is nog altijd niet geschrapt, schrijft Trouw maandag.
Oppositiepartijen D66 en SP vinden volgens de krant dat geweigerde studenten excuses en een schadevergoeding moet worden aangeboden. Nederland werpt bij negen masterstudies een blokkade op voor Iraanse studenten en wetenschappers. Iraniërs kunnen daar alleen studeren als zij een ontheffing krijgen van het ministerie van Onderwijs.
De regeling vloeit voort uit een kennisembargo van de Verenigde Naties tegen Iran. Zo moet worden voorkomen dat in Nederland opgedane kennis kan worden ingezet voor nucleaire activiteiten van Iran.
Een student, een promovendus en een hoogleraar hadden bezwaar gemaakt. De drie wonen in Nederland, maar hebben naast de Nederlandse ook de Iraanse nationaliteit, die niet kan worden opgezegd. Na de rechtbank en het gerechtshof gaf ook de Hoge Raad de drie in december gelijk. Volgens de Hoge Raad noodzaakt de resolutie van de VN niet tot het maken van onderscheid op basis van nationaliteit.
De drie Iraniërs zijn door de uitspraak nu overal welkom, maar de regeling is nog altijd niet aangepast. Een onbekend aantal Nederlanders van Iraanse afkomst wordt dus nog altijd door de maatregel getroffen.
Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans en minister van Onderwijs Jet Bussemaker (beiden PvdA) zouden zich nog beraden op de consequenties van de uitspraak. Partijgenoot en Kamerlid Mohammed Mohandis zegt dat in de krant te begrijpen. "De overheid mag niet discrimineren, maar de staatsveiligheid en de VN-resolutie zijn ons ook wat waard." Kamerlid van coalitiegenoot VVD Anne-Wil Lucas vindt excuses niet nodig. Zij pleit voor uiterste terughoudendheid en een zeer strenge risico-screening van studenten.