Hogescholen en universiteiten die in het buitenland onderwijs willen verzorgen moeten voldoen aan voorwaarden. Zo mag er geen publiek geld gemoeid zijn met een buitenlands avontuur en moet de kwaliteit goed worden geborgd. Dat schrijft minister Bussemaker in een brief aan de Tweede Kamer.
De bewindsvrouw maakt het aanbieden van zogeheten transnationaal onderwijs mogelijk omdat het internationale (onderwijs)netwerken kan versterken en de uitwisseling van studenten en docenten vergemakkelijkt. Om te voorkomen dat Nederlandse publieke instellingen onnodig de concurrentie met elkaar aangaan in het buitenland, stelt ze er wel voorwaarden aan.
“Het belang van de studenten moet altijd voorop staan. Onderwijsinstellingen hebben een maatschappelijke opdracht. Als transnationaal onderwijs past binnen die opdracht, ben ik er groot voorstander van. Maar ik wil ook kunnen ingrijpen als instellingen zich om andere redenen in een buitenlands avontuur storten”, aldus de bewindsvrouw. Alleen opleidingen en instellingen waarvan de kwaliteit boven alle twijfel verheven is, krijgen toestemming om opleidingen in het buitenland aan te bieden.
© Nationale Onderwijsgids