Bindend studieadvies: waarom bestaat het en waar komt de kritiek vandaan?

Het bindend studieadvies (BSA) is momenteel veel in het nieuws. Op het hbo is het BSA dit studiejaar vanwege de coronacrisis geschrapt, maar op de universiteit geldt het nog wel, al zijn zowel de studentenbonden als de Tweede Kamer het niet eens met dat besluit. Maar ook vóór de coronacrisis kon het BSA al op veel weerstand rekenen. Waarom bestaat dit advies eigenlijk en wat zijn de voor- en nadelen? Wij zetten het op een rijtje.

Het bindend studieadvies is meer een besluit dan een daadwerkelijk advies. Het is een beslissing van de universiteit of hogeschool over de voortgang van iemands studie op basis van het behaalde aantal studiepunten aan het einde van het eerste studiejaar. Bij veel hbo- en wo-opleidingen moet een student in het eerste jaar een minimum aan studiepunten behalen om een positief bindend studieadvies te krijgen en dus door te mogen gaan met de opleiding in kwestie. Als een student dit aantal studiepunten niet behaald heeft (en er geen bijzondere omstandigheden zijn), krijgt hij of zij een negatief bindend studieadvies en moet diegene stoppen met de opleiding. De gedachte hierachter is dat studenten die het benodigd aantal punten niet halen blijkbaar niet op hun plek zitten en dus beter een andere studie kunnen gaan doen.

Geschiedenis van het BSA

In 1993 verplichtte de toenmalige minister van Onderwijs hogescholen en universiteiten om studenten na hun eerste jaar een advies te geven over het al dan niet voortzetten van hun opleiding. De onderwijsinstellingen mochten zelf bepalen of studenten dit advies ook daadwerkelijk moesten opvolgen. Veel hbo-opleidingen maakten dit advies al gauw bindend, maar universiteiten waren minder enthousiast. Pas in 1997 was de Universiteit Leiden de eerste universiteit die een BSA instelde, en rond 2010 volgden de laatste onderwijsinstellingen, ondanks de eerdere bedenkingen. Waarom? Het BSA bleek goed te zijn voor het verhogen van het rendement op opleidingen.

Kritiek

Vanaf het begin was er vanuit meerdere hoeken al veel kritiek op het BSA, want hoewel het er inderdaad voor zorgde dat studenten in hun eerste jaar sneller studeerden, volgde in het volgende jaar al gauw een dip waarin het tempo omlaag ging. Daarnaast vroeg men zich af of er wel zo makkelijk geoordeeld kon worden dat de studenten die het niet haalden de verkeerde studiekeuze hadden gemaakt. Kon het niet gewoon zijn dat ze opstartproblemen hadden? Door de jaren heen werd het BSA op veel opleidingen echter alleen maar strenger, met als hoogtepunt in 2012 de Erasmus Universiteit die studenten in het eerste jaar verplichtte alle 60 studiepunten te halen.

BSA afschaffen?

In 2018 kwam het RIVM met een rapport waarin werd geconcludeerd dat jongeren meer psychische klachten ervaren, deels door de hoge druk die het BSA met zich meebrengt. Minister Van Engelshoven wilde het BSA toen versoepelen, maar regeringspartijen VVD en CDA staken daar destijds een stokje voor. Eerder dit jaar steunde een meerderheid van de Tweede Kamer echter een voorstel van GroenLinks om het bindend studieadvies te vervangen door een niet-bindend advies. Minister Van Engelshoven gaf aan “snel aan de slag” te gaan met de motie. Volgens haar gaat het BSA teveel uit van rendement, doet het niet waar het voor bedoeld is en zorgt het voor teveel prestatiedruk.

Door: Nationale Onderwijsgids
Bronnen: Rijksoverheid, NOS