Buitenlandse studenten komen steeds makkelijker aan een basisbeurs, terwijl de Tweede Kamer dit juist moeilijker wilde maken. Buitenlandse studenten moesten eerst 56 uur per maand werken om een basisbeurs te ontvangen, nu is dat nog maar 32 uur per maand. Dat meldt ScienceGuide.
Demissionair minister Dijkgraaf heeft aangegeven dat hij besloten heeft om de urennorm naar beneden bij te schroeven. Het kabinet gaf al eerder aan dat het verlagen van deze norm Nederland aantrekkelijker zou maken voor internationale studenten. “De verwachting is dat een dergelijke verlaging ons land aantrekkelijker maakt voor studenten uit lidstaten van de EU/EER, met inhoudelijke budgettaire consequenties als gevolg. Het kabinet is daarom geen voorstander van een verlaging van de norm”, schreef Dijkgraaf in mei van dit jaar.
32 uur werk per maand
Met de nieuwe regeling wordt het mogelijk voor studenten om met 32 uur werk per maand in Nederland aansprak te maken op de basisbeurs. De Raad heeft ook bepaald dat 32 uur geen harde eis is en dat dit mag gelden als een vertrekpunt. Er moet duidelijk naar de individuele positie van de student gekeken worden. Als de student minder dan 32 uur per maand werkt, dan heeft de student in principe geen recht op een basisbeurs. Dat geldt wel als een student tussen de 32 en 24 uur en langer dan zes maanden werkt.
Urennorm
In debatten over de basisbeurs en internationalisering werd er dit jaar vaak gesproken over de urennorm. Pieter Omtzigt bijvoorbeeld vindt dat de oude norm van 56 uur al zorgt voor een aanzuigende werking van buitenlandse studenten.
Door: Nationale Onderwijsgids / Femke van Arendonk