Leraren, onderwijsexperts en de Algemene Onderwijsbond zijn van mening dat de overheid het tegengaan van radicalisering op scholen verkeerd aanpakken. De manier waarop het kabinet focust op het tijdig herkennen van radicalisering vinden zij te beperkt. De partijen vinden dat er meer gedaan moet worden aan diepgewortelde oorzaken. Dit meldt RTL nieuws.
Volgens Michiel Bakker, docent maatschappijleer op het Calandlyceum in Amsterdam, is uitsluiting één van de oorzaken van radicalisering. “Er wordt in de maatschappij anders gekeken naar leerlingen van allochtone komaf. Ze hebben minder kans op een baan, op een stageplek. Het is simpelweg lastiger om moslim te zijn in Nederland dan niet-moslim”, zegt Bakker. De docent is van mening dat het huidige beleid aangepast moet worden. “De overheid moet zich richten op de achtergronden, de oorzaken van uitsluiting. Daar ligt de voedingsbodem voor radicalisering.”
De Algemene Onderwijsbond (AOb) pleit voor een maatschappelijk werker op school die gespecialiseerd is op het onderwerp radicalisering. Door het inzetten van maatschappelijk werkers, hoeven docenten geen cursussen meer te volgen over het onderwerp, stelt bestuurslid van de AOb, Rob Hommen. Hij vindt dat het tijd is dat experts in gesprek gaan met leerlingen over hun gedrag en hoe zij in de samenleving staan.
Andere onderwijsexperts zouden zich aansluiten bij de mening van de AOb. Diversion, een organisatie gespecialiseerd in het bespreken van taboe-onderwerpen in de klas, constateert dat er nu te veel aandacht is voor radicalisering, op het gebied van signalering en hoe ermee om te gaan. Hierbij zou een grote groep vergeten worden: de groep die zich sociaal geïsoleerd voelt, die geen onderdeel meer kan uitmaken van onze samenleving. “Deze groep zou kunnen gaan radicaliseren, omdat ze geen toekomstperspectief meer hebben in Nederland. Ze zijn bang straks niet meer als volwaardig burger te kunnen meedraaien in de samenleving”, aldus Maryam el Rahmouni van Diversion.
© Nationale Onderwijsgids
