Deze zomer gaan zo'n 7000 leerlingen in hun vakantie naar een zomerschool. Van deze leerlingen zijn er 3030 leerlingen van de havo, 1859 leerlingen van het vmbo en 1859 vwo'ers. Het grootste deel van de leerlingen zit in het jaar voor het eindexamen. De scholieren krijgen op de zomerschool twee weken lang begeleiding in één of enkele vakken waarin ze een achterstand hebben. Op deze manier kunnen de scholieren voorkomen dat ze een jaar moeten zittenblijven. Dat meldt de VO-raad.
De zomerschool is begonnen als een pilot op initiatief van de VO-raad en CNV Onderwijs. Nu wordt het project tegen onnodig zittenblijven landelijk uitgerold. In totaal worden er deze zomervakantie 128 zomerscholen georganiseerd waar 267 scholen aan meewerken. Het ministerie heeft 9 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de zomerscholen. De verwachting is dat de nadruk ligt op de zogenaamde kernvakken. Zo heeft 99 procent van de scholen aangegeven wiskunde aan te bieden, 86 procent biedt Nederlands aan en 86 procent geeft ook Engels.
De zomerscholen moeten het aantal zittenblijvers in het voortgezet onderwijs terugdringen. Het rendement van zittenblijven zou erg laag zijn, zo is het voor veel leerlingen erg demotiverend en draagt het lang niet altijd bij aan een succesvol vervolg van de schoolloopbaan. De meeste zittenblijvers zouden slechts op één of enkele vakken ondermaats presteren. De school bepaalt of een leerling mag deelnemen aan het zomerprogramma. Ook stelt de school de overgangstoets samen en zal uiteindelijk ook beslissen of de leerlingen overgaat naar het volgende leerjaar.
© Nationale Onderwijsgids
