Gisteren bleek dat scholen in achterstandswijken kampen met financiële problemen, waardoor de scholen niet het onderwijs aan leerlingen kunnen bieden dat ze nodig hebben. De D66 wil opheldering van staatssecretaris Dekker van Onderwijs over de situatie van deze scholen. Nu hangt het onderwijs voor de leerlingen af van de 'goodwill' van docenten. Zo draaien sommige docenten zo'n zestig uur in de week, waarvan een derde in de eigen tijd. Dat meldt de PO-Raad.
De scholen in achterstandswijken hebben de noodklok geluid over de situatie op de scholen. Aanleiding was het plan van het kabinet om te bezuinigen op de achterstandsmiddelen van de grote steden. Dit terwijl de financiering al steeds minder wordt als gevolg van het stijgende opleidingsniveau van ouders, waarop het budget gebaseerd wordt. De PO-Raad geeft aan bezorgd te zijn over het inlopen van achterstanden en voor de werkgelegenheid in de sector.
Tachtig schoolbesturen in het primair onderwijs uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht waarschuwden in april al dat wanneer het kabinet haar plannen doorzet, kinderen hierdoor onherstelbare schade oplopen. “Met de voorgenomen herverdeling zou het primair onderwijs door de ondergrens zakken van de benodigde middelen die het broodnodig heeft om perspectief te bieden aan kansarme kinderen in de grote steden”, aldus de besturen in een brief aan Dekker.
De PO-Raad pleit ervoor dat het achterstandenbeleid van deze steden niet afgebroken mogen worden. Enige punt van kritiek dat de raad heeft op het beleid is dat het alleen gebaseerd is op het opleidingsniveau van ouders en niet op de feitelijke achterstanden van kinderen.
© Nationale Onderwijsgids