Onderwijsland stond afgelopen week vrijwel volledig in het teken van de mogelijke heropening van de middelbare scholen. Vakbonden waren huiverig of zelfs fel tegen, en veel scholen zagen het plan ook niet zitten, zo vlak voor de zomervakantie. Toch heeft het kabinet afgelopen weekend op advies van het Outbreak Management Team (OMT) dat de middelbare scholen weer volledig open gaan. Wat zijn nu eigenlijk precies de voor- en nadelen van dit besluit? De Nationale Onderwijsgids zocht het uit.
Afgelopen zaterdag heeft het kabinet besloten dat de middelbare scholen vanaf maandag 31 mei weer volledig open mogen, en dat dit vanaf 7 juni verplicht wordt. Na deze volledige heropening hoeven leerlingen onderling geen afstand meer te houden, maar ze moeten wel twee keer per week thuis een zelftest doen. Volgens het OMT is dit een verantwoorde manier om de scholen weer te openen. Het kabinet wil dit na zo’n lange tijd onderwijs op afstand zo snel mogelijk realiseren, want, zo zegt onderwijsminister Slob, “er gaat niets boven les op school”.
De voordelen: Les op school
Dat brengt ons direct bij de voordelen van de heropening: voor de meeste leerlingen is les krijgen op school veruit het beste, zoals wel duidelijk is geworden uit de grote leerachterstanden die zijn opgebouwd sinds de coronacrisis begon. Leerlingen leren beter op school, en ook voor hun ontwikkeling en mentale welzijn is het beter om onder leeftijdsgenoten op school te zijn.
Wel is het belangrijk om hierbij te zeggen dat dit voor de meerderheid van de leerlingen geldt, maar uiteraard zijn er uitzonderingen: voor kinderen die in een risicogroep vallen en daardoor al sinds het begin van de pandemie thuis zitten was het afstandsonderwijs wel een uitkomst. Uiteindelijk heeft het kabinet het belang van de grootste groep leerlingen het zwaarst laten wegen in de beslissing om de scholen weer te openen. Het tweemaal per week zelftesten moet de veiligheid van leerlingen en leraren waarborgen.
De nadelen: (schijn)veiligheid en lesuitval
Toch klinkt er vanuit veel hoeken protest tegen het heropeningsplan. Vooral vakbonden en leraren zelf zijn niet te spreken over het plan en vinden dat hun veiligheid in gevaar wordt gebracht. Veel van hen zijn nog niet gevaccineerd, en docenten krijgen ook geen voorrang bij het vaccineren. Uit een peiling van CNV Onderwijs blijkt dat ruim 25 procent van de ondervraagden zich niet veilig voelt als de middelbare scholen weer opengaan. Veel docenten geven aan dat het nu al vrijwel onmogelijk is om anderhalve meter afstand te houden van leerlingen. Dat zal nog moeilijker worden als alle leerlingen weer door de schoolgangen lopen.
De Algemene Onderwijsbond geeft daarnaast aan dat scholen niet kunnen voldoen aan het belangrijkste advies van het OMT: het twee keer per week testen van alle leerlingen. Het is namelijk onmogelijk om te controleren of leerlingen de zelftesten daadwerkelijk uitvoeren. Dit zou kunnen leiden tot schijnveiligheid.
Afgezien van de veiligheid van de docenten (en de leerlingen) geven scholen en vakbonden ook aan dat het heropenen van de scholen zal leiden tot meer lesuitval omdat het ziekteverzuim hoger zal liggen. Dit zorgt vervolgens weer voor een hogere werkdruk voor het onderwijspersoneel en voor onrust voor zowel docenten als leerlingen.
Door: Nationale Onderwijsgids
Bronnen: Rijksoverheid, ANP, Trouw, Hart van Nederland