Nieuw onderzoek op de Dag van de Mentale Gezondheid: ouders spelen een kleinere rol in de emotionele ontwikkeling van pubers dan tot nu toe werd gedacht. Caspar van Lissa (Tilburg University) ontwikkelde een vernieuwende machine learning techniek om patronen in, en voorspellers van, gedrag te ontdekken. Dat meldt Tilburg University.
In de puberteit leren jongeren omgaan met hun emoties. Het is een belangrijke, maar ook lastige fase voor veel jongeren. Bijna 30 procent van de Nederlandse jongeren ervaart emotionele problemen in deze periode. “Dat is een sterke toename vergeleken met tien jaar geleden, toen ongeveer 20 procent van de jongeren aangaf problemen te ervaren in hun emotionele ontwikkeling,” aldus onderzoeker Caspar van Lissa.
Veni-beurs
Dankzij de inzet van vernieuwende machine learning-technieken en slimme algoritmes biedt het onderzoek, dat met een Veni-beurs van NWO is gefinancierd, nieuwe inzichten op het gebied van emotionele ontwikkeling in de puberteit. Zo blijkt de rol van ouders in de emotionele ontwikkeling van hun pubers kleiner en anders dan gedacht. Van Lissa: “Het gedrag van ouders blijkt minder belangrijk voor de emotionele ontwikkeling van pubers dan andere factoren, zoals persoonlijkheid en hoe – en hoe vaak – jongeren ruzie maken."
"Onze data laat zien dat ouders niet álles goed hoeven te doen in de opvoeding, zolang zij maar “goed genoeg” gedrag vertonen: voldoende steun, en voldoende emotionele en fysieke ruimte laten voor de zelfstandige ontwikkeling van tieners. Negatief gedrag van ouders, zoals teveel controle uitoefenen, bepalen met wie je kind om mag gaan, je kind schuldig laten voelen of liefde ontzeggen, blijkt bepalender voor de ontwikkeling van emotionele problemen bij pubers, dan positief gedrag van de ouders.”
App
De onderzoeker ontwikkelde op basis van zijn onderzoek een app die voorspelt welke jongeren risico lopen op emotionele problemen. “Ik heb deze app ontwikkeld om te laten zien dat we in de toekomst veel directer gebruik kunnen maken van onderzoeksuitkomsten. Zo kan gerichte steun worden geboden aan kwetsbare groepen, zoals kinderen die risico lopen op het ontwikkelen van emotionele problemen in de puberteit. Dit kan helpen om de beperkte middelen in de (jeugd)zorg doelmatiger in te zetten.”
Met zijn onderzoek bewijst Van Lissa dat vernieuwende machine learning-technieken, zoals de techniek die hij ontwikkelde en gebruikte voor dit onderzoek, kunnen helpen om blinde vlekken in bestaande wetenschappelijke kennis aan te vullen.
Door: Natioanel Onderwijsgids