Normal_copyright_stockfreeimages_klas_frustratie_les_school_leerling

AMSTERDAM - De aandacht van docenten voor slimmere leerlingen op de basisschool is in veel gevallen onvoldoende blijkt uit een onderzoek van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Dat meldt Trouw.

Vaak wordt de extra lesstof die deze groep leerlingen tijdens de lessen maakt niet nagekeken en weten de dienstdoende docenten zelf niet eens waar deze lesstof over gaat. De extra stof voor slimmere leerlingen lijkt daarom nogal eens op een soort bezigheidstherapie vindt Simone Doolaard, een van de onderzoekers.

Voor het onderzoek werden de slimme leerlingen en hun leerkrachten een jaar lang gevolgd. Op alle scholen waar het onderzoek werd afgenomen was sprake van een speciaal lesprogramma voor deze leerlingen. Meestal bestaat dit uit extra lesstof, maar het kan ook in de vorm zijn van een speciale klas. De slimme leerlingen werden bij het maken van de moeilijkere stof nauwelijks ondersteund door hun docenten, terwijl deze stof voor hun op een gelijk niveau is als de reguliere stof voor de rest van de leerlingen.

De gang van zaken is volgens de onderzoekers een gevolg van de visie op onderwijs in Nederland. Deze is vooral gericht op het mee laten komen van de zwakkere leerlingen, zodat zij niet uitvallen. Hierdoor worden de meeste leerlingen tot aan het gemiddelde niveau onderwezen, maar is het lastig voor slimme leerlingen om hieraan te onstijgen.

© Nationale Onderwijsgids / Ype van Woersem