Het meldpunt voor kindermishandeling Veilig Thuis kan rekenen op weinig vertrouwen van Nederlandse basisscholen. Volgens de helft van de scholen werkt het meldsysteem onvoldoende. Daarnaast ziet slechts 1 op 5 scholen verbetering in de situatie van een kind na een gedane melding is gedaan. Dit meldt De Monitor.
Uit onderzoek onder ruim 500 Nederlandse basisscholen blijkt dat scholen een hoge drempel ervaren om kindermishandeling te melden bij het meldpunt Veilig Thuis. Bijna de helft van de scholen krijgt na de melding niet altijd een goede terugkoppeling, terwijl dit wettelijk verplicht is. Ook wordt er door het meldpunt te lang gewacht met het ondernemen van actie na een melding, ook in dringende situaties.
Volgens Tanno Klijn, voorzitter van het Netwerk Veilig Thuis, is het gebrek aan vertrouwen van de scholen in het systeem een probleem: “Dit is geen goed signaal. Scholen zijn cruciaal bij de aanpak van kindermishandeling. Hier moeten we met elkaar over in gesprek.” Ook de PO-Raad herkent dat melden bij Veilig Thuis op dit moment niet goed functioneert. De raad roept op tot het samenwerken van alle beroepsgroepen hierin.
De overheid probeert via de scholen het aantal slachtoffers van kindermishandeling naar beneden te krijgen, maar uit de meest recente cijfers van Jeugdzorg Nederland blijkt dat van alle meldingen er slechts 11 procent van scholen afkomstig is. Jaarlijks zijn naar schatting 120.000 Nederlandse kinderen slachtoffer van mishandeling, verwaarlozing of seksueel misbruik.
Door: Redactie Nationale Onderwijsgids
